Hans Clevers op BNR

Hans Clevers, voorzitter van de KNAW en hoogleraar moleculaire genetica, heeft een prijs van 3 Meur ontvangen voor zijn baanbrekende onderzoek aan darmstamcellen. Dat was de aanleiding voor een interview op BNR radio. Hij gaat onder meer in op de ontwikkelingen bij de KNAW, op wetenschapsfraude, en op de kortzichtigheid van de bezuinigingen op onderzoek en onderwijs, en op het nieuwe topsectorenbeleid. Heel belangrijk is dat de modellen van het CPB niet gebruikt worden om de waarde van wetenschap en onderwijs door te rekenen voor een periode van langer dan 4 jaar.

Over Marco de Baar

http://de.linkedin.com/pub/marco-de-baar/5/141/b33
Dit bericht werd geplaatst in Hall of fame, Politiek correct. Bookmark de permalink .

12 reacties op Hans Clevers op BNR

  1. SF zegt:

    Sorry Marco, dit is echt de grootste onzin. Natuurlijk zitten er onvolkomenheden in de CPB-modellen, maar de waarde van wetenschap en onderwijs zijn prima door te rekenen. Het CPB heeft dit dan ook gedaan, zie: http://www.cpb.nl/publicatie/keuzes-in-kaart-2013-2017

    • No Worries. Geef ik de mening van Clevers verkeerd weer, of is de mening van Clevers volgens jou onjuist?

      • Ik snap je punt en heb het aangepast.

      • SF zegt:

        Mijn punt is juist dat het CPB onderwijs wel netjes heeft doorgerekend. Zie bijv. pagina 50 van Keuzes in Kaart, waarin onderwijs t/m 2070 wordt doorgerekend. De mening van Clevers is dus onjuist; hij vraagt om aanpassingen in de CPB-modellen die jaren geleden al doorgevoerd zijn.

        Overigens is er op talloze manieren kritiek mogelijk op de CPB-modellen (alles is economie, maar economie is niet alles), dat was echter niet de essentie van het betoog van Clevers. Als president van de KNAW zou het hem sieren wanneer hij juist tegen de economisering van het (wetenschaps)discours inging in plaats van het extra te willen versterken.

  2. Rene Bekkers zegt:

    Clevers heeft wel gelijk: het CPB kijkt in de KiK niet verder dan één kabinetsperiode, dus tot 2017.

    • Rene Bekkers zegt:

      Het CPB heeft op pagina 70 de te verwachten effecten op het bbp van bezuinigingen en investeringen in het onderwijs op de lange termijn van de verschillende partijen geschat, maar niet van de keuzes op het terrein van wetenschap. Het fundamentele punt is daarnaast dat de belangrijkste effecten van investeringen in wetenschap en onderwijs misschien helemaal niet zichtbaar worden in de economie.

      • SF zegt:

        Wellicht gebruikt u een andere versie van KiK? Pagina 70 geeft prachtige puntenwolken over de koopkracht van de VVD, maar niets over onderwijs…

        En het CPB zegt terecht niets over wetenschap, omdat de gevolgen van wetenschapsinvesteringen voor de economie volstrekt onbekend zijn. Er zijn zowel voordelen als nadelen voor de economie. Een causaal verband tussen wetenschapsinvesteringen en stijging van het BBP is in ieder geval nog nooit aangetoond;

        Over innovatie (overigens zeer terecht dat het CPB dit scheidt van wetenschap, aangezien het hele andere takken van sport betreft) heeft het CPB wel wat te zeggen, alleen in globalere termen dan over onderwijs, aangezien hier relatief minder over bekend is.

        Met uw laatste punt ben ik het overigens helemaal eens (die disclaimer maak ik zelf overigens ook al in mijn laatste paragraaf). Dat was echter totaal niet het punt van Clevers (en daar gaat zijn economen-cie dus ook niks mee oplossen), want het gaat over het verkeerd gebruik van de CPB-rapporten. Dat politici het CPB als een soort heilige graal zien in plaats van een handig instrument om verkiezingsprogramma’s (louter op economische gronden!) te vergelijken.

  3. Rene Bekkers zegt:

    Op pagina 50 (niet 70, mijn tikfout) staat de prachtige grafiek met lange termijn effecten van onderwijs. Het probleem blijft dan dat de politieke discussie binnen de horizon van één kabinetsperiode wordt gevoerd. Wat zouden we daar aan kunnen doen? Laat Clevers in ieder geval de grafiek meenemen naar Den Haag. Het is natuurlijk helemaal terecht om geen uitspraken te doen over effecten van wetenschap en innovatie als daar niet voldoende kennis over bestaat. De tweede suggestie voor Clevers is dan: laat de economen het effect van wetenschap en innovatie bepalen. Waarom weten we dat niet?

    Op de universiteiten lijken onderwijs en onderzoek wel communicerende vaten te zijn. VSNU cijfers over de afgelopen tien jaar laten zien dat het totaal aantal medewerkers gelijk bleef, terwijl het aantal studenten flink steeg. Om bij te blijven op de wereldmarkt voor onderzoek hebben de universiteiten relatief bezuinigd op onderwijs en juist geinvesteerd in onderzoek. Zie http://www.dub.uu.nl/plussen-en-minnen/2013/01/07/aantal-wo-studenten-stijgt-aantal-medewerkers-niet.html

  4. SF zegt:

    Natuurlijk vinden politieke discussies niet alleen plaats binnen één kabinetsperiode, anders hadden we ook nooit een Betuwelijn of JSF gehad – overigens twee prachtige voorbeelden van hoe ook ‘langetermijninvesteringen’ een sof kunnen zijn. In die gevallen hadden de politici maar beter wel naar de economische modellen kunnen luisteren…

    Scientometrics is overigens een razend boeiend wetenschapsveld, maar wel eentje dat nog relatief in de kinderschoenen staat. Zolang de beste manier om ‘kwaliteit’ in de wetenschap te meten nog steeds is om publicaties en citaties van wetenschappers te tellen, lijkt het me duidelijk dat we nog mijlenver verwijderd zijn om het effect van wetenschap op de economie te bepalen.

    En op dat gebied heb ik eerlijk gezegd meer vertrouwen in het CPB dan in die ad hoc commissie van de KNAW. Zeker als hun president zo ongenuanceerd loopt te roeptoeteren. Echt, luister het interview van Clevers op BNR nog eens af met in je achterhoofd de onderwijsgrafiek tot 2070 en krijg zelf ook plaatsvervangende schaamte voor wat ons wetenschappelijke opperhoofd allemaal bazelde.

    Overigens zijn ook de neveneffecten van wetenschapsinvesteringen zeer interessant: een onderzoeker die in de wetenschap een positief effect op de economie heeft, had in het bedrijfsleven wellicht een nog positiever effect op de economie gehad. Wanneer je naar de loopbaanperspectieven voor promovendi buiten de wetenschap kijkt dan geldt dat voor een behoorlijk groot aantal vakgebieden dit een negatiever beeld oplevert dan voor hun studiegenootjes die direct na hun opleiding zijn gaan werken. Dit moet op zijn minst enige nuancering geven bij de toegevoegde waarde van wetenschap.

    Om op basis van de door u genoemde macrografieken verregaande conclusies te trekken is overigens wel erg kort door de bocht; als de winst bijvoorbeeld behaald is door het sluiten van te kleine opleidingen hoeft het niet per se een kwalitatief negatieve ontwikkeling te zijn.

    Mijns inziens is de belangrijkste economische waarde van toponderzoek dat dit het mogelijk maakt om toponderwijs te geven, aangezien studenten dan in hun opleiding kunnen proeven aan de wereldwijde kennisgrenzen – en dit weer met zich meenemen in welke baan ze ook maar krijgen. Ontkoppeling van onderzoek en onderwijs ipv door dezelfde personen vind ik dan ook wél een zorgwekkende ontwikkeling.

  5. SF zegt:

    Mja, ik schrijf hier inmiddels zulke lappen tekst dat ik het wel eens kan integreren tot een blog 😉

    Voor nu maak ik alleen nog even een verwijzing naar een mijns inziens interessant essay uit 2009 van Dany Jacobs over dit topic: http://www.scienceguide.nl/media/431220/jacobs.pdf

    Ik ben het lang niet overal mee eens (en zeker (nog) niet zo cynisch), maar het geeft wel een aantal verhelderende inzichten. Zoals bijvoorbeeld een empirisch beargumenteerde indicatie dat er een negatieve correlatie bestaat russen R&D-bestedingen en economische groei.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s