Thierry Baudet is zo tevreden met zijn academische status dat hij een stukje schreef over zijn promotieplechtigheid. Dr. Baudet… Zelfbenoemd de belangrijkste denker van Nederland. Tegenwoordig komt Baudet regelmatig in het nieuws door potsierlijke vertoningen of het retweeten van bizarre stukken van complotwebsites.
Lang voordat Baudet het FvD oprichtte en in de 2e kamer zitting mocht nemen, werden zijn aspiraties en opleiding benadrukt en geroemd in tal van raportages. Vaak gebeurt dat als primer, voordat Baudet zijn opinie mag geven. Een prachtvoorbeeld is een interview in HP de Tijd van 15 februari 2013. Hierin positioneert interviewer de Jong Baudet als wonderkind, intellectueel, schaker, kunstenaar én achterkleinkind van een vermaarde hoogleraar wiskunde, kleinzoon van een hoogleraar geschiedenis en zoon van een historicus en pianist.
Het is alsof deze pedigree Baudet ontslaat van de plicht om een logisch consistent argument op te bouwen. Zonder enige motivatie mag Baudet tal van absurde uitspraken doen. Bijvoorbeeld dat de oikofobische elite, met behulp van atonale muziek en multiculturele dogma’s, de westerse cultuur kapot maakt, of dat de PVV een avant-gardistische partij is. Baudet claimt nooit inhoudelijke kritiek te ontvangen op zijn boek (De aanval op de natiestaat) en zijn stukjes in het NRC. Integendeel, de arme Baudet klaagt dat er enkel stropoppen worden opgeknoopt. En interviewer De Jong legt Baudet geen strobreed in de weg.
Ok. Laten we dan maar eens inhoudelijk naar drie van zijn stukjes kijken… En heel belangrijk, laten we eens kijken naar de inhoudelijke consistentie van de drie stukjes.
In dit stukje over het klimaat schetst Baudet hoe Jan Terlouw ‘apocalyptische visioenen,’ beschrijft, om daarna te laten concluderen dat we ‘het allemaal niet zeker weten.’ Baudet stelt dat de verhaaltrend van Terlouw vaker wordt gevolgd door alarmisten:”Eerst een opsomming geven van de meest verschrikkelijke doemscenario’s; dan toegeven dat er wetenschappelijke twijfel bestaat; maar ten slotte oproepen tot het nemen van voorzorgsmaatregelen.” Baudet mag over stropoppen klagen, maar dit is echt de grootste stropop die ik ooit gezien heb.
Ten eerste geeft Baudet niet de woorden van Terlouw weer, maar zijn eigen interpretatie daarvan.
Ten tweede wordt het statement dat we ‘het allemaal niet zeker weten’ niet nader toegelicht. Wat weet Terlouw niet zeker? Heeft Terlouw het hier over het verschil tussen verwachtingswaarde en onzekerheidsmarge? Of over de fundamentele onmogelijkheid om met zekerheid te zeggen dat een theorie waar is? Of gaat het over belangrijke onzekerheden in de fysische modellering? Baudet gaat voor zijn gemak uit van het laatste. Baudets vraag om 100% zekerheid is overigens, zoals hij zelf weet (zie hieronder), absurd.
Ten derde maakt Baudet de vermeende positie van Terlouw -een politicus, geen klimaatwetenschapper – representatief voor een heel wetenschappelijk veld. Dat is echt absurd! Zelfs als Terlouw de grootst mogelijke onzin had verkondigd, dan nog zou dat niet representatief zijn voor klimaatwetenschap.
Terlouw reageerde. Boeiend is dat we in Terlouws reactie kunnen lezen wat Baudet allemaal tijdens de bijeenkomst heeft beweerd: Dat hij niet gelooft in de klimaatcrisis. Dat er geen causale relatie is tussen CO2-concentratie in de atmosfeer en de temperatuur. Dat het IPCC (International Panel on Climat Change) van de VN een corrupte organisatie is… Dan haalt Baudet het boek van Marcel Crok aan dat bekend staat om zijn bias en dist dan de standaard klimaatsceptische nonsens op. Hij doet statements die aantoonbaar onjuist zijn, en niets anders demonstreren dan zijn onbegrip.
Baudet durft dus sterk negatieve uitlatingen te doen over een heel vakgebied waarvan hij echt niets weet. Ga maar na: Heeft hij ooit meetdata uitgewerkt of een numeriek model gekneed, of een differentiaal vergelijking opgelost? Nee he? Wel, dan zal hij ook wel niet uitblinken in het oplossen van stelsel van partiele differentiaal vergelijkingen die geconstrained zijn door metingen. Hij is dus incompetent. En ja, daar kan ik over oordelen.
Tenslotte durft Baudet ook nog, zonder zware modellen te evalueren of statistische operaties uit te voeren, uitspraken over risicomanagement te doen. Hierbij verzuimt hij overigens te verklaren waarom zijn uitspraken in tegenspraak zijn met de recente analyse van verzekeraar Munich Re.
Natuurlijk hebben enkele klimaatspecialisten gereageerd op het stukje. Baudet heeft niet gereageerd op de argumenten van de wetenschappers die wel weten hoe het precies zit.
In een ander stukje brengt Baudet Popper in stelling om aan te tonen dat de voorvechters van een verenigd Europa niet werken volgens het rationele principe van de falsificatie. Popper stelde falsificeerbaarheid voor als eis aan wetenschappelijke en politieke theorieën. Popper wees teleologische politieke visies, zoals het Marxisme, af. Het idee dat Baudet voor het voetlicht wil brengen is duidelijk: de pro-Europa beweging is niet rationeel, en neigt naar een Closed Society. Wat je ook van Europa vindt, dit stukje is om drie redenen slaapverwekkend.
Als start geeft Baudet de slechtste omschrijving van Poppers falsificatietheorie die ik ooit gelezen heb:”Wat zou iemand moeten aantonen, of wat zou er moeten gebeuren, om u van uw overtuiging af te brengen?” Door het zo te formuleren mist Baudet namelijk het logisch dwingende karakter van het falsificatieprincipe. Poppers falsificatietheorie begint met de notie dat inductie, het verwerven van objectieve kennis uit experimentele waarnemingen, onmogelijk is. De ontwikkeling van kennis speelt zich af op het raakvlak van theorie en empirie. Een theorie genereert voorspelingen die experimenteel getoetst kunnen worden. Popper laat zien dat verificatie van een theorie logisch onmogelijk is, maar dat de falsificatie van een theorie tot de logische mogelijkheden behoort. Er rest, volgens Popper, de arme wetenschapper niets anders dan zijn theorie als hypothese te beschouwen totdat een voorspelling niet uitkomt, en de theorie gefalsificeerd is.
Ik val u lastig met deze paragraaf over Popper om twee redenen.
Ten eerste had de wetenschapshistoricus Kuhn al laten zien dat een falsificatie in de regel niet direct leidt tot verwerping van de theorie, en dat voor een paradigmaverandering nog veel werk nodig is. Het is in de praktijk vaak gewoon te moeilijk om een harde voorspelling te destileren uit je theorie. Daarnaast gooien wetenschappers niet graag een waardevolle theorie uit het raam voordat ze wat beters hebben.
Hoe dan ook, als in de wetenschap falsificatie niet probleemloos functioneert, dan mag het geen verrassing meer zijn als zou blijken dat ambtenaren niet volgens de idealen van Popper werken. Belangrijker echter is dat Baudet een voorselectie heeft gemaakt: hij begint zijn ‘analyse’ bij de pro-EU lobby. Waarom juist die lobby? Doet de pro EU lobby het slechter dan andere bewegingen, ik noem maar als voorbeelden de anti-immigratie lobby, de NRA en recentelijk de Brexiteers? Als het antwoord daar positief op zou zijn, dan moet Baudet dat aantonen. Maar als het antwoord daar negatief op zou zijn, dan is Baudets analyse sterk vooringenomen en zinledig.
Ten tweede is het probleem van de inductie ook relevant voor Baudets stukje ‘Generaliseren over de islam’ dat veel stof deed opwaaien. Baudet presenteert hierin zijn mening over de koran, Mohamed en Jesus als waarnemingen die ‘gegeneraliseerd’ kunnen worden. Generaliseren, zo stelt Baudet, is een algemeen toegepaste methode in de wetenschap. Waarom kunnen we niet generaliseren over de Islam? vraagt Baudet zich af. Inhoudelijk is dit stukje al gekraakt door Hulspas en Özdil. Hulspas wees erop dat Baudet het verschil niet begrijpt tussen generalisatie en inductie. Generalisatie is niet het veralgemeniseren van een aantal observaties, maar het vergroten van de reikwijdte een theorie. Bij generalisatie ontstaan nieuwe effecten, die met inductie nooit gevonden zouden kunnen worden.
Zoals ik hierboven al uitlegde: Popper introduceerde de falsificatietheorie nu juist om het inductieprobleem op te lossen. In de stukjes hierboven laat Baudet dus pijnlijk zien dat hij zelf de falsificatietheorie niet begrijpt en, belangrijker, ook de falsificatieprincipes niet in acht neemt.
In het ene stukje maakt hij zich druk over ambtenaren die niet volgens de idealen van de falsificeerbaarheid werken, en in een ander stuk beweert hij dat uit observaties algemene conclusies kunnen worden getrokken, of vindt hij het vreemd dat Terlouw toegeeft niet met 100% zekerheid een uitspraak kan doen over klimaatverandering.
Baudet wordt gepositioneerd als een conservatieve intellectueel, waarna hij overal zijn mening verkondigen. Hij hoeft zich niet aan de feiten te houden. Consistentie in zijn denken wordt niet geëist. Eigenlijk moet Baudet een kunstje doen: hij moet suggereren dat er een intellectuele motivatie is voor het gedachtegoed van nieuw rechts. Daarbij vergaloppeert hij zich continu: Als er geen feiten zijn, verzint Baudet ze, als hij ‘feiten’ heeft verzonnen, dan ‘generaliseert’ hij ze, en als er wel feiten zijn, ontkent hij ze.
Het is allemaal intellectueel onverenigbaar.
Het zou goed zijn als Baudet eens net zo kritisch naar zijn eigen werk zou kijken als naar het werk van anderen. Zo Thierry… Een inhoudelijke reactie op je stukjes … Ben je nou blij?
Een X-rated versie van dit stuk verscheen hier, ter ere van de herstart van Frontaalnaakt.
Leuk stukje, maar klopt niet helemaal. Popper introduceerde falsificatie vooral als demarcatiecriterium: “wat is wetenschap en wat niet”.
Zeker werd het als demarcatiecriterium gezien, maar de logica zoals ik beschrijf, sluit dat niet uit.