In april had ik een lunch met Tosca, een vriendin die ik al geen 10 jaar had gezien. Tijdens de lunch keek ze me opeens samenzweerderig over de maaltijdsalade aan. Ik heb wat bij me… echt iets voor jou, lachte ze. Ze duwde een plastic zak in mijn richting, met daarin het boek Intellectual Impostures van Sokal en Bricmont.
Hoe zat het ook weer? In 1996 was Alan Sokal het ondoordachte, hand waving, onjuiste en misleidende gebruik van exacte wetenschappen door postmoderne schrijvers zo beu, dat hij een eigen postmoderne spoof inzond aan het tijdschrift Social Text. Het stuk, Transgressing the boundaries: toward a transformative hermeneutics of quantum gravity werd hilarisch genoeg direct geaccepteerd. Toen Sokal daarna zich en zijn bedoelingen bekend maakte, maakte dat een aantal heftige emoties los. Sokal werd ervan beschuldigd rechts-reactionair te zijn, tegen de sociale wetenschappen, en nog veel meer onplezierigs. In 1997 publiceerde Sokal met Bricmont Intellectual Impostures, waarin het gebruik van natuurwetenschappelijke en mathematische concepten door vooraanstaande postmoderne denkers tegen het licht werd gehouden.
Thuis heb ik het boek direct opengeslagen. Ik moet bekennen dat ik rode oortjes kreeg van de voorbeelden van postmoderne abuse of science. Wat te denken van Lacan, die nogal vage wiskunde in stelling brengt om te bewijzen dat de imaginaire eenheid i en de penis identiek zijn. Ik loop al wat jaartjes mee en kan Lacan ervan verzekeren dat zo’n imaginaire penis een slechte binnenkomer is. De aangedragen voorbeelden gaan van kwaad tot erger. Geformuleerd in lange, grammaticaal correcte maar volstrekt betekenisloze zinnen, worden grote theorieën zoals de topologie, de kwantum mechanica, het theorema van Gödel, de relativiteit,- en chaostheorie gemutileerd, verkeerd geïnterpreteerd en misbruikt.
Vaak worden de grote theorieën er aan de haren bijgesleept om het sterke programma, een radicaal relatisvistische stroming in de wetenschapssociologie, te ondersteuen: waarheid bestaat niet, alles is consensus, objectiviteit is een macht,- en uitsluitingstrategie etc etc. Als het boek zich had beperkt tot het tonen en aantonen van de nonsens, dan was het een grappig boek geweest met enig belang. Maar Sokal en Bricmont gaan verder en wijden veel tekst aan de kentheoretische context van wetenschapsbeoefening in de praktijk, het epistemologisch relativisme en de wetenschapsfilosofie in relatie tot de moderne natuur,-en wiskunde. Persoonlijk vind ik, zeker in de huidige context, die passages nog veel belangrijker.
De auteurs laten aan de hand van zeer concrete voorbeelden zien hoe wetenschap succesvol werkt en hoe beperkt de reikwijdte is van het scepticisme. We hebben niets tegen scepticisme houden Sokal en Bricmont hun lezers voor, maar tegen slodderargumenten, tegen het gebrek aan specificiteit, en de als diepzinnigheid vermomde flauwekul.
Sokal en Bricmont maakten zich 20 jaar geleden zorgen over een linkse elite die de arbeidersklasse in de kou liet staan. De tekst heeft -bijna 20 jaar na de publicatie- een nieuwe betekenis gekregen. Veel van de argumenten uit het sterke programma worden namelijk tegenwoordig ingezet door populistisch rechts. Toegegeven, het proza is minder erudiet, maar de lading is het zelfde: Wetenschappers worden beschreven als een monolithische groep met belangen en macht. Hun doel is het vergroten van die macht, of het verwezenlijken van een linkse, Marxistische, agenda. Wetenschapsfraude wordt zelfs beschreven als een poging tot machtsvergroting van de groep. Politici hoeven derhalve niet naar wetenschappers te luisteren, of kunnen selectief winkelen want de mening van deskundigen is ook maar een mening. En zo kan ik wel doorgaan
Wil je zelf ook aan de slag en mooie postmoderne zinnen maken? Dat kan! Om te beginnen kun je gebruikmaken van POMO, the postmodernist language generator. Dit programma does exactly what it says on the tin: het genereert probleemloos – I kid you not- postmoderne academische teksten. Wellicht is POMO wat te veel gevraagd voor een simpele demonstratie. Dan is er speciaal voor jou een simpele editor die grammaticaal correcte, maar betekenisloze academische zinnen genereert. Je kunt kernbegrippen opgeven die tot een zin verwerkt worden.
Maar leuker is het wellicht om hele zinnen te laten genereren door Pootwattle, the Virtual Academic (TM). Pootwattle neemt zichzelf nogal serieus. Wat te denken van juweeltjes als: “The fallacy of communicative rationality displaces the expropriation of corporeality.“? Maar het kan nog mooier. Smedley, the virtuele reviewer (TM) geeft direct –nogal neerbuigend en arrogant- feed-back op Pootwattle’s zinnen: “Pootwattle’s ambiguous reaffirmation of the relationship between the fallacy of communicative rationality and the expropriation of corporeality is somewhat naive.”
Somewhat naive… You bet… Veel plezier!