De ministeries willen dat ‘we’ valoriseren. Je kunt geen voorstel indienen zonder een valorisatieparagraaf. Instituten laten zich graag voorstaan op hun valorisatiesuccessen en hun valorisatiestrategie. Trots wordt gewezen op spin-offs, patenten en intellectual property. Maar waarom wordt valorisatie zo belangrijk gevonden en wat is het überhaupt? Wat zijn de issues als je succesvol wilt valoriseren, en, heel belangrijk voor wetenschappers, What’s in it for us?
Valorisatie werd -volgens mijn zeer beperkte historische en economische kennis- als begrip geïntroduceerd door Karl Marx. Marx was geïnteresseerd in hoe de investering van arbeid leidt tot een product met meerwaarde. Dat is niet waar we het hier over hebben. Hier gaat het over het beschikbaar maken van kennis voor innovaties.
Politicologisch weblog Stukroodvlees (Lees dat blog!) besteedde drie bijdragen aan valorisatie. Chris Aalbers geeft de volgende definitie van valorisatie: Het op de markt brengen van kennis die aan de universiteit is ontwikkeld om innovatie te stimuleren, aanleiding gevend tot de vorming van bedrijfjes. Rens Vliegenthart geeft de volgende definitie: Kennisvalorisatie is het maatschappelijk beschikbaar en bruikbaar maken van inzichten uit wetenschappelijk onderzoek. Gijs Schumacher, ten slotte, geeft geen definitie. Maar uit zijn voorbeelden blijkt dat in zijn visie valorisatie plaatsvindt door een uitgewerkt wetenschappelijk product te vertalen naar de markt. De blogs draaien om het thema kennis bruikbaar maken, maar voor alle betrokkenen houdt dat net iets anders is, en in alle blogs worden de valorisatiekansen voor de sociale wetenschappen minder positief ingeschat dan in de Notitie Innovatieplatform 2007. Chris Aalbert contrasteert dit met de valorisatiekansen op de Technische Universiteiten.
In 2007 werd valorisatie door het Innovatieplatform geïntroduceerd als: “Valorisatie is een breed begrip. Goed onderzoek verlegt uiteraard de grenzen van onze wetenschappelijke kennis. Dat is op zich een grote maatschappelijke en culturele waarde. Maar valorisatie van kennis is meer. Daar is pas sprake van als de kennis niet alleen bruikbaar is voor eigen vakgenoten, maar ook voor andere belanghebbenden, of dat nu bedrijven, overheden of maatschappelijke organisaties zijn. In alle wetenschapsterreinen is kennis te valoriseren, niet alleen in de beta- maar ook de alfa- en gammawetenschappen. Valorisatie van kennis beperkt zich niet alleen tot de economische benutting, er kunnen ook maatschappelijke of culturele waarden gecreëerd worden.” -Notitie Innovatieplatform 2007-
Neem er nota van dat de Kennisinstituten in dit beeld niet automatisch valoriseren: het toepasbaar maken van fundamentele kennis binnen een kennis instituut wordt niet als valoriseren beschouwd. Ook de kerntaken van universiteiten, het afleveren van afgestudeerden aan de maatschappij door de universiteit en het publiceren van wetenschappelijke papers door wetenschappers vallen niet onder het begrip valorisatie. Om te valoriseren moeten wetenschappers the extra mile lopen. Zij moeten herkennen hoe hun wetenschappelijke vondsten hun weg kunnen vinden in innovaties.
In de huidige Zeigeist wordt ontwikkeling van wetenschappelijke kennis blijkbaar pas als waardevol ervaren, als er op voorhand aantoonbaar gevaloriseerd wordt. Dat is opmerkelijk om drie redenen.
Ten eerste lijken de beleidsmakers te denken dat innovaties ‘lineair’ plaatsvinden. Maar als je naar tal van grote innovaties kijkt, klopt dat niet. Bijna nooit heeft degene die het grote wetenschappelijke concept heeft bedacht door hoe dat in een innovatie door kan werken. Sterker nog: vrijwel altijd worden grote ideeën door de toepassingen gevonden, en niet andersom. Bepalend daarbij is dat voor innovaties vaak verschillende concepten, ideeen en inzichten bij elkaar komen. Daardoor zijn de tijdschalen waarop valorisatie plaatsvindt vaak erg lang, soms decennia en vaak zelfs eeuwen. Eerder gaf ik al het voorbeeld van Zeiss, maar dat staat niet op zich. Laat ik er nog eens eentje geven: Toen Newton zijn bewegingsvergelijkingen formuleerde had hij niet voorzien dat er vandaag innovaties zouden plaatsvinden waarbij zijn vergelijkingen in real time worden opgelost voor de controle van hoogwaardige industriële processen. En zo zijn er nog veel meer!
Ten tweede lijken politici en beleidsmakers met het beeld te leven dat kennis niet goed genoeg gedeeld wordt, dat de kennismarkt in Nederland en Europa niet efficiënt werkt, en dat proces een handje moet worden geholpen. Ook die positie is, op zijn minst, opmerkelijk. De hele industriële revolutie is een grote keten van valorisatie, waarbij kennis en kunde elkaar wederzijds explosief hebben geïnspireerd. De kennismarkt werkt aantoonbaar juist zeer efficiënt.
Ten slotte is een groot aantal analyses gedaan (o.m. door Boston Consulting en TNO) over de impact van wetenschappelijk onderwijs, onderzoek, R&D. De rapporten wijzen allemaal in de zelfde richting: hoger en wetenschappelijk onderwijs en onderzoek betalen zich dubbel en dwars terug. Daarbij moet worden aangetekend dat de efficiëntie van de kennismarkt natuurlijk niet onafhankelijk te beschouwen is van de overall R&D inspanningen en de kwaliteiten van de universiteiten in Nederland, in vergelijk met de ons omringende landen (Duitsland!), de voormalige Aziatische tijgers (Korea!) en de BRIC landen (China!). Enerzijds de FES-gelden afschaffen en anderzijds op valorisatie managen is waarschijnlijk niet heel productief.
Hoe dan, ook valorisatie lijkt in deze beschouwingen meer op iets waar de kennis instituten aan moeten voldoen dan op iets wat fun is, een kans, een inspiratie.
Daarom is de visie van Steef Blok van ‘the innovation lab’ van de TU/e voor mij zo’n eye-opener: Steef legt de nadruk heel anders: Valorisatie is iedere activiteit die uitmondt in de overdracht (transfer) en toepassing (application) van kennis naar en in de samenleving en bedrijven. Kennis uit onderzoek moet uiteindelijk genoeg economische waarde creëren om (en nou komt ie!!) lange termijn onderzoek aan de TU/e te financieren. De toepassing van de ontwikkelde kennis moet bijdragen aan de creatie van economische waarde voor de samenleving en oplossingen bieden voor (grote) wetenschappelijke (dit komt uit de TU/e Strategy 2020). De kennis die aan de TU/e ontwikkeld wordt, moet ook –deels– de kloof dichten die is ontstaan na de decimation of ‘’Blue-sky’’ R&D in de industrie.
Morgen meer!