Flotte Dreier? Nee?.. Oh, doe dan maar een biertje…
September 2006. Het is 2 uur in de ochtend en we waren net aangekomen in Hotel Fjord in Berlin Tiergarten, een eenvoudig hotel met een spectaculair ontbijt op het dakterras met uitzicht op het nieuwe Mitte. We hadden de bagage op de kamer van ons hotel gezet en Nicki, altijd in voor een biertje, wilde nog niet slapen.
De kroeg om de hoek is nog open. Een paar gloeilampen hangen aan het plafond. Op wankele tafeltjes staan glazen verschraald bier. “Jij ook?” vraag ik aan Nicki, en zonder op haar antwoord te wachten bestel ik twee Kindl. Ze is de enige vrouw in de kroeg. Op de bar staat een volle asbak. Een slordig gedraaide sigaret smeult, en de blauw-grijze rook danst een turbulente tango met de bedompte kroeglucht. Onder de slotmachine in een hoek ligt een oude herdershond. Ongeïnteresseerd krabt hij zich schokkerig aan de kale plekken achter zijn oor.
Drie mannen spelen ‘Berliner Beschiss.’ Old school tatoeages van wapens, dobbelstenen en halfnaakte vrouwen, grof gezet met dikke groene en zwarte lijnen en opgevuld met en fletse tinten rood en oranje, vertellen onsamenhangende verhalen. Een van de drie legt zijn kaarten op tafel, staat op en loopt op ons af. Zijn adem stinkt naar rook en alcohol, en zijn shirt is al een tijd niet gewassen. Hij legt zijn handen op onze schouders en kijkt ons indringend aan. Wie wäre es mit ‘ne flotte dreier? vraagt hij. Drie vergeelde tanden steken uit zijn verrookte mond naar voren. Eh..Nein.. stamelde ik enigszins overrompeld… Wie du willst, grijnsde drietand. Aber mindestens lädst du mir auf ‘ne Bier ein. Gelach steeg op. Z’n maten hadden deze grap al vaker gezien.
“Wat komen jullie hier doen?” wil drietand weten. Als hij hoort dat we in een appartement willen investeren, knikt hij. “Dann seit ihr Neuberliner. Herzlich wilkommen!” De barman zet drie glazen op de bar, geeft ons een knik, en drukt nog eens op de play-knop van de portable CD-speler. Onze glazen raken elkaar en Andrea Berg weet dat dit geen toeval is.
Van 1850 tot 1945 maakte Berlijn een explosieve groei door, terwijl na 1945 het inwonersaantal zakte. Bijna geen familie leeft er langer dan 8 generaties. Nieuwkomers zijn er welkom, want iedereen is nieuwkomer. In het bijzonder geldt dit voor het oude West-Berlijn. Hier wonen de kinderen en kleinkinderen van Turkse immigranten. De Turkse gemeente in Berlijn is de grootste ter wereld buiten Turkije. In Berlijn verloopt de Duits-Turkse samenleving probleemloos. Berlijn verkoopt zich succesvol als multi-culti, en zet bewust in op toerismetrekkers als de Turkse markt in Kreuzberg of het Karnaval der Kulturen.
Arm aber sexy
Na de Wiedervereinigung in 1990 daalden de speculanten neer op de stad. In het bijzonder op locaties waar niet zo lang daarvoor de muur stond, was er ruimte om de stad opnieuw vorm te geven. De Potzdammer Platz (1997) was even de grootste bouwput van Europa, het nieuwe Kanzleramt werd in 2001 door Gerhard Schroder betrokken en het nieuwe Hauptbahnhof werd in 2006 geopend. De successtory wordt onderbroken door de Berliner Riesenrad, het eerste grote project dat hard faalde (had in 2009 klaar moeten zijn) en het nieuwe vliegveld Berlin Brandenburg BER (dat in 2011 klaar had moeten zijn).
Het aanvankelijke optimisme werd door de markt zonder erbarmen gecorrigeerd, en in 2005 was Berlijn zo goed als failliet. De rest van Duitsland had Berlijn opgegeven. Klaus Wowereit, de burgemeester, probeerde er nog wat van te maken met de fameuze slogan: “Arm aber sexy” maar niemand, geloofde er nog in, en de Berliner, bekend om hun directheid en aversie tegen slappe praatjes, nog het minst.
Waar in London, Amsterdam, Parijs, Madrid en Kopenhagen de woonkosten explodeerden, heerste er in Berlijn een buyers-market. Je kon voor een paar euro per maand per vierkante meter in een prachtig pand in de binnenstad wonen, en genieten van een super coole stad met een hedonistische inslag, grillige kroegjes, prachtige restaurantjes en een geweldig aanbod aan hoge en lage kunst. Berlijn trok “creatieven” aan, die van “weinig” “iets” konden maken. Vaak ging het om kunstenaars, of om ICT-specialisten. Het gaf de stad een heel speciaal gevoel.
In 2006 begonnen kapitaalkrachtige, voornamelijk Noorse en Deense, fonds en private investoren op grote schaal vastgoed in te kopen. Oude panden werden opgekocht en gerenoveerd. Toen vlak daarna de financiële crisis toesloeg zochten investoren uit Zuid Europa een veilige plek om te investeren. En waar kon dat beter dan in de wereldstad met de moderate prijzen? Tot dat zelfde inzicht zijn nu ook Asiatische investoren gekomen.
Berlijn beschikt in ruime mate over bebouwbare gebieden in het hart van de stad, en hier verrijzen chique appartementen en huizen. Ondanks de bouw nam de leegstand af en de prijzen begonnen te stijgen, eerst in Mitte en Prenzlauer Berg, vanaf 2009 in Kreuzberg, en nu in heel Berlijn. De geschatte prijsstijging sinds 2005 is 50%, en het einde is niet in zicht. Naar verwachting zal het aantal inwoners van Berlijn de komende jaren nog eens met 200.000 toenemen. Er moet een stad ter grootte van Mainz in Berlijn gebouwd worden.
Na een winterslaap van 50 jaar danst de Berlijnse beer weer. Er werden Hollwood blockbusters geschoten. Sterren als Pitt en Jolie of Robbie Williams kochten vastgoed in Berlijn, wat in de media werd gepitched als bewijs voor de “Kuhlness” van de stad. Berlin ist noch immer sexy, heette het nu. Iedereen gelooft er weer in, behalve de Berliners zelf. Die bleven gewoon huren.
Er begonnen zich winnaars en verliezers af te tekenen. De winnaars kochten tussen 2005 en 2007 vastgoed. De verliezers gokten dat het allemaal zo’n vaart niet zou nemen, en dat het, net als in 1996, wel zou overwaaien. Zij kunnen nu het leven in hun ‘Kiez’ steeds vaker niet meer betalen en worden ‘verdrongen’ uit het centrum van de stad naar wijken als Marzahn. Dit wordt in Berlijn ‘Gentrifizierung’ genoemd. De sociale consequenties van het verdringingsproces zijn groot.
Schaffe, schaffe, Häusle Bauen
Sinds 2008 dringen er steeds vaker berichten door dat de Neuberliners niet langer welkom zijn. Op Gentrizierungsblogs, in reacties op artikelen en op twitter wordt er zonder enige terughoudendheid, zeer generaliserend, uiterst negatief geschreven over de vermeend kapitaalkrachtige nieuwe Berliners, die Schwaben worden genoemd. Strikt genomen zijn Schwaben de Duitsers uit het gebied rond Stuttgart. Ze staan bekend als ijverig en vooral spaarzaam. Fameus en clichématig is het Schwaabse devies: Schaffe, schaffe, Häusle Bauen, wat vrij vertaald: werken, werken, huisje bouwen betekent Sinds de Wiedervereinigung woont een groot aantal Schwaben –de recentste schatting bedraagt ongeveer 300.000- in Berlijn. Het is, na de Turken, de tweede groep immigranten, en door hun geprononceerde dialect, zijn ze duidelijk herkenbaar.
De Schwaben worden verantwoordelijk gehouden voor de verdringing. Daarbij wordt het begrip Schwaab erg slordig en willekeurig gebruikt: Vaak gaat het over echte Schwaben, maar net zo vaak wordt Schwaab gebruikt als synoniem voor burgerlijk. Strikt of slordig, Schwaben worden in Berlijn beschreven als een monolithische groep met specifieke eigenschappen, gedrag en overtuigingen.
Latte-Machiato’s in plaats van bier.
De nieuwe Berliners zouden “Spießers” (kleinburgerlijk) zijn en bieder (eenvoudig, fatsoenlijk en degelijk), vermeende provincialen, die voor het eerst van hun leven in de grote stad zijn. Het zijn geen kunstenaars, maar ze zouden ‘goede banen’ hebben en dat ook nog ‘heel belangrijk vinden.’ Schwaben zouden te veel ambities hebben, en neerkijken op Berliners zonder huisbezit. Ze hebben kinderen, en duwen kinderwagens door de net gerenoveerde straten van Prenzlauerberg (ook wel Schwabylon genoemd).
Vermeende Schwaben drinken geen bier maar latte-machiato, hét symbool van de nieuwe Berlijnse burgerlijkheid. De coffeebar heeft het kroegje op de hoek verdreven. Sommige vermeende Schwaben bieden hun investeringswoning aan op toeristenmarkt. Woningen worden zo aan het huisvestingbestand onttrokken. Kroegjes en buurtwinkels worden omgebouwd tot hippe restaurantjes voor de Schwaben en hun toeristen. De vermeende Schwaben en de toeristen veranderen een Kiez van hip, cool, funky en grillig in burgerlijk, braaf, saai en aangeharkt.
De spin is duidelijk: Gentrifizierung zou niet alleen een proces zijn van sociale verdringing, maar ook, of veelmeer, van culturele verdringing. Zodra er gegeneraliseerd wordt, en de culturele kaart wordt gespeeld ontstaat er ruimte voor naargeestige reacties. Mild zijn wellicht de kinder,- en latte-machiatovrije cafés. Serieuzer wordt het met grappig bedoelde leuzen.
Currywurst statt Spätzle
Het is opmerkelijk hoe enkele linkse politici, in een setting waarin honderden luxe autos in Prenzlauerberg, Mitte en Kreuzberg als protest tegen de Gentrificierung verbrand.werden, zich lieten verleiden tot populistische en generaliserende uitspraken. Let’s ride this wave, moet de ex-vicevoorzitter van de Bondsdag, SPD-er Thierse, hebben gedacht toen hij bekend maakte dat ook hij . zich stoort aan de Schwaben. In het bijzonder maakt hij zich sterk voor het Berliner dialect, en ergert hij zich aan het gebruik van het woord Wecken (Schwabisch dialect voor broodje) in plaats van Schrippen (Berliner dialect voor broodje) in de bakkerijen van Prenzlauerberg. Monika Hermann, burgemeester van het ook snel veranderende Kreuzberg wil de stedelijke herbestemming gerechtelijk verbieden en het aantal kroegen begrenzen. In de anti herbestemmingswet staat een aantal zuwanderer-onvriendelijke maatregelen.
Als politici geen afstand nemen van generalisaties, maar juist actief surfen op de golf van verontwaardiging, dan wordt het pas echt naargeestig. Leuzen die doen herinneren aan Duitslands verschrikkelijke geschiedenis als “Schwaben Raus” en “Kauft nicht bei Schwaben” verschijnen op muren in Prenzlauerberg. Een Prenzlauerberger verbrandde kinderwagens, wat uiteindelijk leidde tot lichamelijk letsel bij een moeder en drie kinderen. Na zijn arrestatie gaf de verdachte “Schwabenhass” op als motivatie voor zijn daden.
De wereld op zijn kop? Nee. We zijn er nog niet: De rechtse Junge Freiheit maakt zich sterk voor de Schwaben. Daarbij wordt niet op de onzinnigheid van de karikaturen gewezen, maar worden die juist bevestigd. De Schwaben zijn volgens de Junge Freiheit welkom omdat zij, in tegenstelling tot de normale Berliner, wel geld zouden meenemen, wel belasting zouden betalen en wel werk zouden creëren. En omdat. –let op- “sie still und leise für solide Schulen und Kindergärten mit nicht zu hohem Migranten-Anteil sorgen.”
De Schwaben zelf zijn het ondertussen ook flink beu. Naast ludieke acties is er ook in de Schwabische media veel aandacht voor Schwabenhass in Berlijn.
Maar het gaat niet om Schwaben, Berliner of Turken. Het gaat zelfs niet om links of rechts. Verdringing is een belangrijk thema dat zakelijk bediscussieerd moet worden.
Aan de linkerzijde van het politieke spectrum dient te worden benadrukt dat de prijzen hoog zijn (en nog verder zullen stijgen) in verhouding tot de Berlijnse inkomens. Het is een sociaal onrecht dat mensen uit hun wijk worden verdreven. Daarnaast leidt marktwerking tot een onwenselijke scheiding tussen rijk en arm. SPD en die Linke vinden daarom dat er een cap moet komen op de huurprijsontwikkeling. Ten slotte wordt aangevoerd dat investoren en bouwers, volgens verschillende bronnen, oneigenlijke middelen gebruiken om huurders uit hun woningen te verdrijven. Aan de rechterzijde van het politieke spectrum moet worden benadrukt dat de prijzen nog steeds laag zijn in vergelijk met andere Duitse en Europese hoofdsteden. De FDP merkt op dat een cap juist de bouw remt van nieuwe woningen en daardoor verdringing in de hand werkt. Verschillende commentatoren hebben er gewezen dat er, hoe pijnlijk het proces ook moge zijn, geen grondrecht is op leven in het centrum van een stad in een pand met 4 meter hoge plafonds met visgraatparket en dat niemand klaagde over marktwerking op de huizenmarkt toen dat leidde tot lage huurprijzen.
Alleen door deze discussie te voeren, zakelijk en met open vizier heeft Berlijn een kans op een rechtvaardige en dynamische response op de nieuwe situatie. Alle stereotyperingen leiden af van dit belang.
Nicki en ik kochten in 2006 een appartement vlak naast Potsdammerplatz, dat we volledig lieten renoveren. Ieder jaar gaan we een paar keer naar Berlijn om polshoogte op te nemen, om even te spreken met de huurders en de Verwalter en om te genieten van de stad. We kiezen bewust hotelletjes in verschillende hoeken van het centrum om bewust de lokale sfeer te proeven. Pas in 2012 kwam ik voor het eerst terug in ons oorspronkelijke hotel. Het was volledig verbouwd. De kamers en de receptie waren volledig designed. De meubels en het sanitair waren op elkaar afgestemd in lichte aardtonen en gebroken wit. Ik had nog dorst, en wilde nog een biertje drinken. Maar het kroegje uit 2006 was verdwenen.