Zondvloed 1: Reactie op Maarten Keulemans blog van 24 April.

Sinds Keulemans voor zijn boek Exit Mundi, Het einde van de wereld (2008) zich ging verdiepen in apocalyptische mythen begon hem “gaandeweg te dagen dat ons klimaatnarratief in zekere zin gewoon een constructie is, een voortzetting van het Bijbelse eindtijdverhaal met moderne middelen.” Het moderne verhaal resoneert volgens Keulemans “voor een ander, niet te onderschatten deel” met het culturele thema van de zondvloed.

Wat is de motivatie van Keulemans om het culturele canvas te introduceren? Hij geeft twee redenen. Ten eerste stelt hij vast dat in het klimaatdebat de nadruk ligt op korte termijn effecten, en ten tweede stelt hij vast dat de betrokkenen heftig reageren, hetgeen een indicatie is dat we te maken hebben met een diepe culturele betrokkenheid. In dit blog ga ik op deze motivaties in.

In het volgende blog zal ik beargumenteren dat het idee van een cultureel canvas voor de emotionele reacties in dit debat helemaal niet slecht is, maar dat Keulemans veel te vooringenomen en te eenzijdig argumenteert. Suggereren, zoals Keulemans doet dat er een diepe culturele betrokkenheid aan de reacties ten grondslag ligt, EN dat die betrokkenheid ingegeven door dan zou zijn door een bijbels schuldbesef is het antwoord geven voor dat de vraag is gesteld, voordat de methode is uitgewerkt, en voordat de analyse is gedaan.

Laat ik beginnen met de vermeende nadruk op abrupte, heftige veranderingen

De resonantie met het zondvloed verhaal “blijkt” volgens Keulemans uit vermeende inconsistenties in “het” hedendaagse verhaal. “Zo ligt de nadruk veel sterker op de nadelen dan op de voordelen die de opwarming óók met zich meebrengt; benadrukken we de abrupte, heftige verschijnselen op de korte termijn in plaats van de eeuwen en millennia waarover klimaatverandering zich afspeelt; en ligt in de voorstellingen van klimaatverandering onevenredig veel nadruk op zeespiegelstijging.” Keulemans zal me wellicht van haarkloverij betichten, maar om tot deze uitspraak überhaupt te komen moet, impliciet, de volgende analyse uitgevoerd zijn:

  • Een selectie van de beschouwde bronnen moet worden gedaan die definiëren wat “het hedendaagse verhaal” is.
  • Uit deze bronnen moet worden geturfd hoe vaak de nadruk op zeespiegelstijging of korte abrupte effecten wordt gelegd, en dat dan vergelijken met het totaal van de genoemde effecten in de bronnen.
  • Deze verhouding moet vergelijken worden met een norm.

Het betreft een opeenstapeling van keuzes. Wat is “het verhaal?” De consensus in de klimaatwetenschap? De gehele peer-refereed klimaatwetenschap? Of horen klimaatsceptische verhalen en klimaatactivisme ook bij “het” hedendaagse verhaal? Dat maakt nog al wat uit. En wat te denken van de definitie van abrupt? Om het maar op het punt te brengen: abrupt in relatie tot welke tijdsschaal? En wat is de norm?

Het behoeft geen betoog: als je een dergelijke procedure uit zou voeren, dan zou de uitkomst zeer arbitrair zijn. Afhankelijk van de gekozen norm, selectie en definitie van abrupt kun je uit zo’n analyse echt alles laten komen. -Daarom is het eigenlijk ook essentieel om deze grootheden expliciet te benoemen- .

Daarmee is Keulemans eerste motivatie voor het zondvloedverhaal als cultureel canvas komen te vervallen.

Ik hecht er aan om te benadrukken dat Keulemans echter in het geheel geen kaders stelt. Het lijkt er daarom op dat hij ook helemaal geen analyse gedaan heeft. Het lijkt er op dat hij zijn notie dat de abrupte, heftige verschijnselen op de korte termijn benadrukt worden, heeft hij geformuleerd als een feitelijk statement. Als ik ongelijk heb, dan hoor ik dat graag.

Het tweede argument betreft de heftigheid van reacties. Keulemans vervolgt zijn betoog met: “Als het over klimaatverandering gaat, reageren de betrokkenen vaak erg emotioneel. Dat is vaak een aanwijzing dat hier iets gaande is dat raakt aan onze diepe culturele identiteit.”

Ook hier is Keulemans niet specifiek. Welke betrokkenen reageren emotioneel? De technofiele klimaatwetenschappers? De klimaatbeleidsmakers? De klimaatsceptici? De klimaatactivisten? De reaguurders op geenstijl en in de Telegraaf? Allemaal? En hoe reageren ze dan precies? En waarom reageren ze zo emotioneel? De betrokkenen en hun reacties worden niet beschreven door Keulemans.

Hoe dan ook, Keulemans vindt duiding van de emotionele reacties relevant zeer relevant voor klimaatwetenschappers. “Maar vertel dat maar eens aan de klimaatwetenschap. Onderzoekers van het klimaat zijn in de regel bèta’s, mensen die niet vertrouwd zijn met sociale constructies of het inzicht dat wat we waarnemen altijd deels mensenwerk is (zelf ben ik er als cultureel-antropoloog en sociaal-historicus wat meer aan gewend).”

Dit statement is echt volkomen bizar, en was ook de reden van mijn kribbige tweets! Als er een groep wetenschappers is overgeleverd aan grote emoties, scheldkanonnades, rechtszaken, e-mail hacking, en continue verdachtmakingen van wetenschapsfraude, misbruik van belastinggelden, het nastreven van een linkse superstaat en nog erger, dan zijn het wel de klimaatwetenschappers. Boeken zijn volgeschreven over de terreur die klimaatwetenschappers zich moeten laten welgevallen, en de onjuiste informatie die (bewust!!!) wordt rondgepompt. De godganselijke dag zijn deze mensen het slachtoffer van zeer onfrisse sociale constructies die plaatsvinden op zielige websites waar iedereen die in zijn toetsenbord kan graaien zich het recht op een eigen complottheorie opeist!

En Keulemans wil dat klimaatwetenschappers zich bewust worden van sociale constructies.

Om het maar expliciet te maken …Als mijn e-mails zouden worden gehackt, en –bewust- onjuist zouden worden gebruikt om een hele community te discrediteren, dan zou ik boos reageren. Heeft dat iets met het Zondvloedverhaal te maken? Nee! Als mijn werk continu door vage denktanks verdacht zou worden gemaakt, dan zou me dat raken. Heeft dat met de zondvloed te maken? Nee. Als mijn collega’s in senaatscommissies hun academische vrijheid moeten verdedigen, dan zou ik woedend worden. Zondvloed? Nee! Als de Telderstichting (het wetenschappelijke bureau van de VVD) een rapport over het klimaat uitbrengt, waarin alleen sceptici aan het woord komen, en geen klimaatdeskundigen, dan reageer ik emotioneel. Geen van de emotionele reacties zou ik willen herleiden op “gevalletjes zondvloed” maar op frustraties over knalharde politieke power play! En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Dus als Keulemans vindt dat het zondvloedverhaal een canvas is waarop de emoties van klimaatwetenschappers worden geschilderd, dan overtuigt hij me niet.

Hoe dan ook, het punt dat Keulemans eigenlijk wil maken is dat we het klimaatprobleem te sterk definiëren als functie van onze menselijke zondigheid. Dat schiet niet op en staat tussen ons en rationele oplossingen in. Omdat aan te tonen linkt Keulemans naar een –inderdaad boeiende- lezing van Mike Hulme. Volstrekt rationeel dist Hulme feitenmateriaal op, dat hij dan vertaalt in mogelijke haalbare beleidsmaatregelen. Hoe komt Hulme aan deze kennis? Heel simpel: Hulme rijpt terug op het feitenmateriaal uit de klimaatwetenschap.

“Een verfrissend geluid, in het technocratische en technofiele wereldje van het klimaatonderzoek,” vindt Keulemans. ”Een verfrissend geluid dankzij de input van het technocratische en technofiele wereldje van het klimaatonderzoek,” vind ik.

Over Marco de Baar

http://de.linkedin.com/pub/marco-de-baar/5/141/b33
Dit bericht werd geplaatst in Politiek correct, Reflectie en getagged met . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie