Rob Goldston’s speech @ the March for Science in Princeton

Former director of the Prineton Plasma Physics Laboratories, Rob Goldston, addressed the audience at the March for Science in Princeton. Below I’ve copy-pasted his speech on the merits of science for fundamental understanding of the word around us, to develop new applications and products, to support decision-making and to ensure safety and reliability of technology.
History shows that science has contributed mightily to the betterment of our lives. Think about surgery, even dentistry, in the early 19’th century, before anesthetics. Think about the epidemics of childhood diseases in the early 20’th century that took away so many young lives, and the antibiotics that eliminated these plagues. Think about the terror of polio in the mid 20’th century, and the discovery of the vaccines that just
wiped it out.
Think about the changes in our ability to travel and to communicate, from horses and sailing ships to railroads and steam ships, to bullet trains and jet aircraft. From the pony express to the telegraph to the telephone to a smartphone connected to the internet.
Think about our increasing understanding of the microscopic world, from the discovery of microbes, to the discovery of atoms, to nuclei and elementary particles. And look in the other direction – from Galileo’s understanding that the earth orbits the sun, to the discovery in the early 20’th century that our galaxy is just one amongst billions, to the discovery that the universe began in a “big bang,” and the recent mystery that the
universe is actually accelerating as it expands.
So if you are concerned about people in the prime of life being struck down by diseases that we don’t yet understand, then what should you want? …
Science.
If you would like to see more modern miracles – say, safe self-driving cars, or better privacy and yet more ability to hear others’ perspec4ves around the world, then you should want…
Science.

And if you wonder where we came from, and maybe where we are going, you should want…

Science
Moving to a different topic, if we are going to make wise and objective choices in public policy, we need broad, objective scientific information. This means that agencies like the
Environmental Protection Agency must undertake the kinds of scientific studies needed to make wise policy choices, and must communicate the results of these studies to the public, so we can all participate in the decision-making. This also requires…
Science
The Food and Drug Administration needs to require and evaluate tests to prove that new drugs are both safe and effective. We don’t want our friends and families diverted from
treatments that do work, to those that only make promises. This requires that the FDA and the drug companies do…
Science.
In my own experience, just recently, the Princeton Ridge Coalition fought like the dickens to make sure the interstate natural gas pipeline that ultimately went through our
neighborhood was installed safely. We found that the Pipeline and Hazardous Materials Safety Administration (PHMSA) didn’t have the scientific and engineering capabilities to help us with our fight. So we did it on our own. Other communities need…
science from PHMSA to support them.

Science does not and should not dictate the solutions to social problems. Science can tell us facts, including their uncertainties, but it does not provide the values that must guide decisions on what actions to take — except maybe the value of objective analysis and the humility to take careful ac4ons and check their consequences as we go along. What science can best provide is clear facts about what is going on and why, and, maybe humbly, some of the consequences of proposed policies.

For example, the climate is warming. This is a fact. The warming is largely due to human emissions of greenhouse gases. Also a fact. The impacts will be significant, but the social and financial costs of reducing emissions are also significant. These are the facts, and they need to be faced squarely, with clarity and purpose. Once we’ve faced them, our democratic society can haggle out the path forward. Even with the inevitable
uncertainties, we need to debate objectively, understanding the impacts on all of the stakeholders, including our coal miners and our grandchildren, and take prudent action. And where there are, inevitably, still questions about the impacts of warming and the most effective mitigation strategies, what do we need? …
Science.
So it is up to us, as citizens, to petition our government to support science for the progress it brings to our lives, and to petition our government to use science objectively to inform public policy. That is what we are all doing here today, and we should all feel proud that we are standing up to be heard.
Thank you
Image result for rob goldston princeton
Follow Rob on twitter for science and poltics at @RobGoldston .
Geplaatst in Geen categorie, Politiek correct, Reflectie | Een reactie plaatsen

Wetenschap in tijden van Cholera

De regering Trump voert een programma uit van vergaande wetenschapsontkenning en intimidatie van wetenschappers en vermaarde kennisinstituten. NASA moet haar aardobservatieprogramma staken. De Environmental Protection Agency (EPA) en het United States Department of Agriculture (USDAD) zijn inhoudelijk onder curatele gezet. Verwijzingen naar klimaatproblematiek zijn verwijderd van de sites van deze organisaties. Wetenschappers en hackers doen verwoede pogingen om deze en wetenschappelijke data veilig te stellen.

Ook het onderzoek naar nieuwe schone energie staat onder druk. Er wordt overwogen om vier lijnen van onderzoek naar schone energie zelfs volledig op te heffen. Tevens werd het Department of Energy (DOE) gesommeerd om de namen door te geven van medewerkers die vergaderingen bezochten over klimaatbeleid.

Censuur van wetenschappers

Het aan banden leggen van wetenschap en wetenschappers is zeker niet uniek voor deze tijd: Al in 2003 verscheen het Waxmann report waarin de manipulatie van wetenschappelijk onderzoek door de Bush administration in detail beschreven werd. Het is ook niet uniek voor de VS: Theresa May werd op 13 juli beëdigd in haar ambt van premier en op 14 juli hief ze het Climate Change Departement op. Een van de eerste maatregelen die de conservatieve regering van Tony Abbott in Australië nam, was de opheffing van de klimaatcommissie.

In Canada wordt, na negen jaar waarin een vergelijkbaar repressief beleid werd gevoerd, duidelijk wat de gevolgen hiervan waren voor de wetenschappers, de wetenschap en het publiek. De regering van de conservatieve Stephen Harper censureerde van 2006 tot 2016 de communicatie tussen wetenschappers en pers. Letterlijk honderden wetenschappers konden hun bevindingen over milieu, wildstand, klimaat, voedselkwaliteit en verontreinigingen in lucht en water niet delen met het publiek.

Als wetenschappelijke conclusies of feiten onwelgevallig zijn, dan moeten de resultaten ontkend of genegeerd worden. En als dat niet lukt, dan moet de wetenschap inhoudelijk onder curatele worden gesteld en de communicatie met het publiek worden gecensureerd, of worden zelfs bevindingen gemanipuleerd. De haast waarmee Trump, May, Abbott en Harper de vrije wetenschap beknotten, laat zien hoezeer rechts-conservatieve politici de wetenschap en kennis daarvan bij het publiek als belemmerend ervaren bij het uitvoeren van hun politieke agenda’s.

Verwarring stichten

De documentaire naar het boek van Oreskes, Merchants of Doubt, toont aan hoe dit spel vandaag gespeeld wordt. Rechtse denktanks, rechtse commentatoren, de rechtse media en rechtse hobbyisten trekken gezamenlijk op om twijfel en verwarring te stichten.

Individuele wetenschappers worden geïntimideerd, bijvoorbeeld door e-mail adressen publiek te maken en te beweren dat de wetenschapper een meloen is (groen van buiten, maar rood van binnen) of een communist, waarna zijn mailbox volloopt met bedreigingen en verwensingen. Mail-accounts zijn gehackt en e-mails zijn publiek gemaakt met de suggestie dat er allerhande fraude plaatsvond. Gedetailleerd onderzoek laat overigens zien dat er absoluut geen enkele hint van fraude plaatsvond.

Er zijn rechtszaken opgezet over het werk van de wetenschappers, er zijn verdachtmakingen gedaan over het privéleven van de wetenschappers, publieke hoorzittingen gehouden, er worden zwarte lijsten opgesteld, en er wordt lompweg gedreigd om de financiering van het onderzoek te staken.

Ik durf dit zonder enige terughoudendheid op te schrijven, omdat de gevallen wijdverbreid en zeer goed gedocumenteerd zijn.

Discriminatie van rechtse wetenschappers

In deze context van ontkenning, muilkorving en intimidatie leek het de Kamerleden Strauss en Duisenberg (beide VVD) zinvol om een een motie in te dienen met het verzoek aan de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) om eens uit te zoeken of in Nederland rechtse wetenschappers sociale druk zouden ervaren, of dat er zelfs discriminatie van rechtse wetenschappers zou plaatsvinden binnen het links-liberale bolwerk van de wetenschapen en of het wetenschappelijk bedrijf wel divers genoeg is.

Duisenberg voert in een stuk op The Post Online twee documenten aan om zijn betoog te ondersteunen. Beide documenten betreffen studies over de attitudes van sociaal psychologen. Die blijken inderdaad gedurende de laatste decennia bijna exclusief links geworden te zijn. Daarnaast voert Duisenberg een vriend op die eens een wetenschappelijk voorstel had ingediend dat, ondanks goede reviews, was afgewezen, en werd het verhaal van de zielige Martin Bosma genoemd die maar geen promotor kon vinden, en die uiteindelijk bij Meindert Fennema terecht kon. Zoals het hoort, stelt Duisenberg.

Laat ik beginnen met de vaststelling dat iedere poging van de politiek om de wetenschap te verbeteren door mij verwelkomd wordt. Aandacht voor diversiteit in de wetenschap juich ik toe. Iedere systeemverbetering is welkom. Maar dit voorstel is helaas een gotspe.

Diversiteit afdwingen

De plotse aandacht van de VVD voor diversiteit is werkelijk opvallend inconsistent. De VVD vindt overheidsbemoeienis in diversiteitsvraagstukken ongewenst. ‘Quota zijn voor vissen, niet voor mensen’, luidt zelfs de VVD-slogan met betrekking hiertoe. Het VVD verkiezingsprogramma stelt:

‘Emancipatie en diversiteit kun je niet afdwingen via wetten. Wij zijn daarom tegen wettelijk verplichte quota voor bijvoorbeeld het aantal vrouwen, allochtonen of arbeidsgehandicapten dat organisaties in dienst moeten nemen. Diversiteit is in het eigen belang van organisaties omdat ze dan simpelweg beter presteren. Dit wordt ook door steeds meer organisaties onderkend en toegepast. Daarbij moeten de talenten en capaciteiten van mensen centraal staan, niet hun geslacht, afkomst of beperking.’

Duisenberg stelt dan ook dat de VVD het er absoluut niet om te doen is diversiteit af te dwingen.

Linkse signatuur

Maar wat is het doel dan wel? Enkel inventariseren? Informatie voor de informatie? In dat geval hadden Strauss en Duisenberg de wetenschappelijke literatuur moeten raadplegen, want deze gegevens blijken allang gemeten te zijn. Op het politicologenweblog Stuk RoodVlees werd, naar aanleiding van de motie Strauss en Duisenberg, de politieke zelfindeling in Nederland en Europa van ‘docenten op universiteiten en HBO’s’ vergeleken met die van ‘andere professionals’. Behalve in de economische wetenschappen is er een licht linksere signatuur bij de wetenschappers. Ik ben geen sociale wetenschapper, maar durf toch te stellen dat deze data geen enkele suggestie van discriminatie of eventuele zelfcensuur geven. Case closed? Much ado about nothing? Ik denk eigenlijk van niet.

Het is belangrijk om op te merken dat de papers die Duisenberg aanhaalt, strikt gaan over de Sociale Psychologie. Desalniettemin stellen Duisenberg en Strauss de diversiteit van de wetenschap in zijn geheel ter discussie. Dat is echt problematisch en ik wil, zeker in het licht van het bovenstaande, begrijpen waarom zij dit doen.

Het getuigt van grote moed dat sociale psychologen hun vakgebied zo kritisch beschouwen. Deze kritische reflectie staat niet op zich. In de (sociale) psychologie zijn grote replicatieproblemen gerapporteerd. De nieuwe generatie psychologen blijkt dus uitstekend in staat om kritisch te kijken naar de output van hun vak en dat ze, ondanks hun links-liberale bias en belangen, door de juiste methodologie te volgen tot de correcte conclusies kunnen komen.

Verkeerde inzichten

Natuurlijk nemen wetenschappers hun eerder verworven inzichten mee als ze hun vragen bedenken en protocollen formuleren. Ze zijn daarbij ongetwijfeld geprimed door eerder onderzoek. Er zijn schoolvoorbeelden van psychologische priming in de wetenschap (ja, ook in de exacte wetenschap).

Diversiteit zal waarschijnlijk helpen om sneller blinde vlekken te identificeren en op te lossen. Maar tevens geldt dat, als de wetenschap goed wordt uitgevoerd wordt, er na de analyses, statistieken, en replicaties vrijwel niets van de oorspronkelijke bias overblijft. Dat is de kern van het wetenschappelijke proces. Door in te zoomen op de attitudes van de wetenschappers, daarbij voorbijgaand aan dit proces, suggereren Strauss en Duisenberg dat ze wetenschap in essentie niet begrijpen en dit opent de weg voor heel verkeerde inzichten.

Dan stelt Duisenberg dat Kamerlid Martin Bosma (PVV) geen promotor kan vinden wegens zijn politieke overtuiging. Deze stelling, gepresenteerd zonder enige bewijsvoering is een vergaande schoffering van de wetenschap.

Bosma heeft een aantal feitenvrije politieke pamfletten geschreven. In de ‘Schijnelite van de valsmunters‘ poneert hij bijvoorbeeld de belachelijke stelling dat Hitler links was en zet hij zonder schaamte de huidige sociaaldemocraten op één lijn met de toenmalige nazi’s. In datzelfde boek presenteert hij, op een academisch onaanvaardbare wijze, statistieken over de vermeende attitudes van nieuwe Nederlanders.

Ook ‘Minderheid in eigen land‘ staat bol van de wetenschappelijke omissies.

Recht om te promoveren

Laat er geen misverstand over bestaan: Geen hoogleraar is verplicht om iemand die zulke teksten schrijft aan te nemen als promovendus. Iemand die niet aan de kernwaarden van de wetenschap, zorgvuldigheid, betrouwbaarheid, controleerbaarheid, onpartijdigheid en onafhankelijkheid wil voldoen, met een proefschrift dat niet aan de eisen voldoet, heeft geen recht om te promoveren. Fennema’s stelling, naar eigen zeggen ingegeven door spijt over zijn eigen verleden, dat “ook racisten het recht hebben om te promoveren” is echt heel opmerkelijk.

Ik ben een paar keer lid geweest van een VENI- of VIDI-commissie voor onderzoeksfinancierder NWO, en een keer zat ik een VIDI-commissie voor. Iedere wetenschapper die een beurs werd gegund in die zittingen, was werkelijk excellent. Helaas was het iedere keer ook het geval dat excellente wetenschappers moesten worden afgewezen. Zeer goede (A) of excellente (A+) aanbevelingen zijn vereist maar niet voldoende, en werkelijk iedereen die in de wetenschap werkt zal je dit kunnen vertellen. Daarom is de suggestie, wederom zonder enig bewijsmateriaal, dat de afwijzing van de vriend was toe te schrijven aan diens politieke oriëntatie, ronduit ongepast.

Ik sta dus welwillend tegenover iedere poging tot systeemverbetering, en het vergroten van de diversiteit om de wetenschap beter te laten functioneren is prima. Maar de papers die Duisenberg aanvoert gaan strikt over de sociale psychologie, en de probleemgevallen die Duisenberg aanhaalt (de zielige vriend en Martin Bosma) zijn simpelweg niet overtuigend.

Gebrekkig bewijs

Waarom zou je op basis van dit gebrekkige bewijs vragen stellen over de gehele wetenschap, als je niet eens van zins bent om maatregelen te gaan nemen? En waarom beperkt de motie zich tot de vermeende invloed van de links-rechtse zelfselectie en wordt de diversiteit niet breder getrokken? Gaat de VVD nu bijvoorbeeld ook voorstellen om te onderzoeken wat het effect is van de jarenlange intimidatie van de wetenschap en van wetenschappers door rechts-conservatieve partijen? En is de VVD bijvoorbeeld geïnteresseerd in de invloed op de wetenschap van de verregaande dwang tot valorisatie? Als de antwoorden op die vragen negatief zijn, dan is de VVD niet geïnteresseerd in systeemverbeteringen. En dan maak ik me zorgen over de agenda waarmee Strauss en Duisenberg hun motie hebben ingediend.

In Nederland is de VVD de belangrijkste partij die bepaalde wetenschappelijke bevindingen poogt te ontkennen. Ze schreef bijvoorbeeld een klimaatparagraaf in haar energienota zonder klimaatwetenschappers te raadplegen, maar met vier uitgesproken klimaatsceptici in haar panel. Ze schrikt niet terug voor intimidatie, zoals bijvoorbeeld toen de VVD, bij monde van Kamerlid René Leegte, twijfelde aan de onafhankelijkheid van het KNMI. Al in 2011 wilde de VVD het KNMI feitelijk opheffen, daarna nog eens in 2013, en weer eens in 2015.

Ik vrees ik dat ook deze motie weer een poging is om nu al voor te sorteren en over een paar maanden te concluderen dat de wetenschap links is, en dat wetenschappelijke conclusies derhalve ook maar een mening zijn die terzijde gelegd kunnen worden.

Dit blog verscheen op 28.02.2017 op http://www.frontaalnaakt.nl

Geplaatst in Geen categorie, Politiek correct, Reflectie | Een reactie plaatsen

De data van de Deutsche Wetterdienst. Die u niet mag zien

Linkse wegkijkers? Hoezo? De échte wegkijkers zitten volgens mij in de rechtse kerk van zogenaamde klimaatrealisten. Voorganger in die kerk is PVV-senator Rene Dercksen.

Enige tijd geleden analyseerde ik een plaatje, dat werd rond gestuurd door klimaatsceptische bluffer Rene Dercksen (PVV). Ik had Dercksen aangeboden dat te doen voor hem, naar aanleiding van een paar bizarre tweets met plaatjes waarvan Dercksen claimt dat het data van de Deutsche Wetterdienst (DWD) betrof.

De reactie van Dercksen op mijn aanbod was precies zoals voorzien: Eerst bravoure (“doen”), dan als er meer blijkt te liggen dan verwacht, diskwalificatie (“Krapuul. LOL. Krakersblogje”). Alles om maar niet op de pijnlijke inhoud in te hoeven gaan. Dercksen beschikt eenvoudigweg niet over de kennis en kunde om het artikel waar zijn plaatje uit gekaapt was te lezen en kan dus niets anders dan het blog ter kennisgeving aan te nemen. Tenslotte maakte Dercksen zich ervan af door te claimen dat ik het blog geschreven zou hebben naar aanleiding van zijn tweets over de DWD, waarvan ik vond dat u ze niet mocht zien.

Dercksen is een echte con artist: Hij sticht bewust verwarring en poogt mensen af te leiden van datgene waar het echt om gaat. Rook en spiegels. Leugens. Alles om maar niet op de inhoud in te gaan. Laten we dan maar eens kijken naar de tweets met vermeende data van de DWD, waarvan ik zou vinden dat u die niet zou mogen zien.

De eerste vaststelling is dat Dercksen zich (wederom) bedient van name dropping. Wederom wordt de naam van een vermaarde instelling misbruikt. En wederom worden dan onder de zweem van gekaapte autoriteit valse claims gedaan. De plotjes zijn namelijk helemaal niet gemaakt door de DWD, maar door het Europäische Institut für Klima und Energie (EIKE).

EIKE is echter helemaal geen klimaatinstituut, maar een rechtse denktank en een lobbyorganisatie voor er-is-geen-klimaatprobleem-gekkies en kernenergiefanboys van verschillende pluimage (vnml. CDU, AFD en FDP). EIKE is opgericht door een gepromoveerd historicus en medeoprichter is het CFACT Europe dat onder meer geld ontving van EXXON mobile en van de Donors Trust. Tevens is EIKE gelieerd aan The Heartland Institute.

De leden van de EIKE board larderen zich met wetenschappelijke titels. Maar een paar google scholar searches tonen aan dat de heren (het zijn allemaal witte mannen van middelbare tot hoge leeftijd) bar weinig gepubliceerd hebben, laat staan in peer-refereed journals, en zeker niet op het gebied van het klimaat. Sterker nog, de EIKE perswoordvoerder stelde dat er geen klimaatspecialist nodig was in de EIKE board, omdat er geen CO2 probleem bestaat. Da’s een ferme uitspraak voor een scepticus.

Maar als er geen klimaatwetenschappers zitten in EIKE, en er niet wordt gepubliceerd in de peer-refereed journals, wat voor soort spannende plaatjes liet Dercksen dan zien? Wat doet EIKE dan met de data van DWD dat zo speciaal is?

Het voorbeeld waar Dercksen mee op de proppen kwam is het volgende. In een recent initiatief heeft EIKE haar fanboys gevraagd data van lokale weerstations op te vragen, en in te sturen. Daarna verwerkt EIKE de data (we weten niet hoe) en maakt dan plaatjes die dan worden rondgepompt onder het motto:”Dit is wat u niet mag zien van de DWD.”

Dit is werkelijk heel vreemd allemaal. Het gebruiken van data zonder toestemming is moreel onjuist en data gebruiken zonder de analysemethode met de eigenaar van de data (degene die de data genomen heeft) te bespreken of af te stemmen is ronduit waardeloos en betekenisloos. Hoe kun je garanderen dat je data goed analyseert? Wat is de waarde van deze analyses als ze niet onderhevig zijn peer-review?

Daarnaast is het uitermate belangrijk dat de DWD juist wil graag dat u haar data ziet! De DWD presenteert haar data namelijk in haar klimaatatlas. Alle data (voor Duitsland) kun je hier bekijken, en je kunt per jaar de variatie van een aantal kenmerkende parameters zoals de luchtvochtigheid, het aantal dagen met onweer, het aantal zomerse dagen of het moment dat bepaalde planten gaan bloeien etc vergelijken met de norm. Kijk zelf maar hoe deze grootheden veranderen per jaar.

De eerste conclusie is: de DWD data zijn dus voorhanden voor het publiek, en worden heel toegankelijk gepresenteerd. Wellicht vind u het moeilijk om de data in de kaartjes te interpreteren. In dat geval verwijs ik u graag naar pagina 14 tot en met pagina 32 in het Nationaler Klimareport 2016. Dat rapport is niet technisch en kunt u, met enige kennis van het Duits, gewoon lezen.

En de data van de DWD, in tegenstelling tot de fröbelplottjes van EIKE, zijn eenduidig: De data tonen een duidelijke trend: het aantal zomerse dagen neemt toe, het aantal winterse dagen neemt af, en planten komen ieder jaar vroeger tot bloei, etc.

Ik zou nu eigenlijk inhoudelijk me moeten verdiepen in wat EIKE precies doet met de data en hoe dat zou kunnen leiden tot deze verschillen. Maar ik heb geen zin meer. Ik kan het niet meer opbrengen om slecht gefundeerde claims van afhankelijke en vooringenomen amateurs te onderzoeken. Ik heb zo vaak gepoogd inhoudelijk en zakelijk te discussiëren met lieden als Dercksen, en iedere keer loopt het uit op discussies zoals vorige keer. Waarom zou ik mijn tijd besteden aan deze onzin, als de andere partij daarna niet geïnteresseerd is in een zakelijke discussie?

Rene Dercksen is de klimaatbluffer van de PVV in de 1e kamer. Bij tweevoudig checken blijkt hij twee keer mis te kleunen. Als er iets is waar ik een pleurishekel aan heb, dan is het wel aan de combinatie van verregaande zelfoverschatting en diepe incompetentie waaraan zoveel politici aan de rechterkant van het politieke spectrum lijden. De echte wegkijkers zitten in de rechtse kerk van de zelfbenoemde klimaatrealisten, of hoe die nitwits zich ook durven te noemen.

Dit blog verscheen op http://www.krapuul.nl op 30-3-2017

Geplaatst in Geen categorie | Een reactie plaatsen

Laughing out loud?

Op 9 november was ik getuige van een “discussie” op twitter tussen René Dercksen en Gerrit Hiemstra. Dercksen ratelde standaard klimaatontkenningszwetsverhaaltjes af en Hiemstra probeerde beleefd doch gedecideerd de nonsens van Dercksen te benoemen. Ik volg dit soort discussies met een morbide interesse, een soort voyeurisme.

Dercksen tweette onderstaand plaatje om “aan te tonen” dat de temperatuur van de aarde ook kan dalen ondanks een toenemende CO2-concentratie. Als er zowel een negatieve ALS een positieve correlatie is, dan is er DUS helemaal geen correlatie is de impliciete boodschap van Dercksen, dan doet CO2 er niet toe. Dat argument is je reinste flauwekul en dat ga ik beneden, in passing, uitleggen. Maar eerst wil ik het plaatje op zich bediscussiëren.

mdb 1
Wetenschappers verwijzen naar elkaars werk door het tijdschrift te noemen, de jaargang, paginanummers, de naam van de eerste auteur, en soms de titel van het artikel. Als je met die ogen kijkt, dan zie je dat het plaatje zo uit het artikel is geknipt, dat al deze gegevens niet te zien zijn. Daardoor kun je het plaatje niet de context van het artikel te plaatsen.

Anderzijds: het plaatje is wel zo uitgeknipt dat de heading behouden is. We kunnen dus zien dat het plaatje uit “Journal of the Atmospheric Sciences” komt. Dat is een serieus blad van de American Meteorological Society, met een impact van 3,6. Ook vraag ik jullie aandacht voor de dikke pijl naar beneden voor de temperatuur van 1930 tot 1970. Dus we zien een artikel uit een toonaangevend tijdschrift met een suggestieve pijl naar beneden.

Geïntrigeerd probeerde ik maar eens een google search op de tekst onder het plaatje (de caption). De correcte referentie blijkt Robock, Journal of the Atmospheric Sciences, p1111-1122 vol. 35, (1978) te zijn.

mdb 2
Laten we eerst eens kijken naar plaatje 2 uit de paper: De pijl uit het plaatje van Dercksen is NIET in het oorspronkelijke artikel te zien. Die pijl is er later ingeklust door een “klimaatscepticus” of hoe die figuren zichzelf ook noemen. Het is meteen ook duidelijk waarom de bibliografische gegevens verdwenen, maar de heading behouden moest worden: Het onjuiste signaal moest met enige autoriteit worden afgegeven, en de fix moet niet traceerbaar zijn. Neem er ook nota van dat er in de literatuur blijkbaar ook geen serieuze documenten te vinden zijn met deze boodschap, want anders was de fix niet nodig geweest.

Het is ook duidelijk dat Dercksen niet de wetenschappelijke literatuur leest, maar zich bedient van plaatjes die hij van het web trekt, zonder de context te kennen. Anders had hij wel het juiste plaatje gebruikt, en nog belangrijker, anders had hij nooit naar dit artikel verwezen. Het is me altijd een raadsel waar mensen zonder natuurwetenschappelijke achtergrond de arrogantie vandaan halen dat ze vakspecialisten kunnen corrigeren. Dit is weer een schoolvoorbeeld van vergaande stupiditeit.

Waar gaat de studie namelijk over? Robock heeft een klimaatmodel aangepast zodat het korte, grote verstoringen tijdsopgelost kan doorrekenen. Om dat te doen wordt de tijdsontwikkeling van de CO2-concentratie en de hoeveelheid aerosolen gemodelleerd. Daarna wordt gekeken wat het gevolg is van korte krachtige impulsen, zoals bijv. vulkaanuitbarstingen op de temperatuur van de aarde. Alsof je een steen in de vijver gooit, en kijkt hoe snel de golfjes op het water uitdoven, waarbij je de groote van de stenen (vulkaanuitbarstingen) en de hoeveelheid water (achtergrond CO2 concentratie) varieert.

Deze wetenschappelijke studie suggereert dus werkelijk absoluut niet dat er geen correlatie is tussen de CO2-concentratie en de gemiddelde temperatuurde op aarde. In tegendeel, de studie neemt dat juist expliciet mee in de modellen. De studie laat zien hoe, naast de antropogene factoren (CO2 en aerosolen) ook andere factoren een rol kunnen spelen en dat die factoren een ander dynamisch gedrag hebben.

Samenvattend

  • Dercksen gebruikt een gemanipuleerd plaatje, uit
  • een artikel dat volledig in lijn is met standard klimaatwetenschap,
  • een artikel nota bene dat hij niet heeft gelezen, en
  • probeert dan dat plaatje te gebruiken om
  • een puntje te maken van de zelfbenoemde klimaatsceptici,
  • waarvan het oorspronkelijke artikel laat zien dat het helemaal geen punt is, maar volledig in lijn met standaard klimaatwetenschap.

Het is een farce. Het is ronduit bespottelijk. Dercksen is werkelijk volledig incompetent. Maar zijn gebrek aan kennis en kunde weerhoudt hem niet. Afgelopen week zag ik toevallig Dercksen driftig klimaatskeptische plaatjes delen. Ik vroeg ‘m of hij weer aan het bluffen was en weer plaatjes verspreidde zonder de papers gelezen hebben. Lees hoe treurig twitter kan zijn.

Nou, René.. Bij deze… En nee, het is niet laughing out loud, het is diep treurig. Het kostte me wat tijd om het artikel te vinden, te lezen, en nou moet ik weer tijd besteden aan dit stukje. Een dwaas kan meer plaatjes van het net plukken en rondsturen dan 10 wetenschappers kunnen checken.

Dit stuk verscheen eerder op 14 maart 2017 op http://www.krapuul.nl

Geplaatst in Geen categorie | Een reactie plaatsen

Menno Laurets thesis (1)

Door Menno Lauret, oorspronkelijke versie hier.

Na 4 jaar werken is mijn thesis af en gedrukt als boek en langzamerhand deel ik dit boekje uit. Omdat het boekje in het Engels is en omdat de onderwerpen behoorlijk lastig en wiskundig zijn, wil ik hier proberen om mijn werk op een toegankelijkere manier uit te leggen zodat mensen die naar mijn verdediging komen ook begrijpen waar het over gaat.

Eigenlijk gaat vrijwel alle werk over vloeistofstromingen en plasma’s. Iedereen weet wel wat vloeistofstromingen zijn, je komt ze tegen in rivieren, oceanen maar ook in de badkuip als je het bad leeg laat lopen. In de techniek is het begrijpen van stromingen belangrijk. Bijvoorbeeld om auto’s aerodynamischer (en zo zuiniger) te maken, om pijpleidingen goed te ontwerpen of om te snappen hoe de vleugels van het nieuwste Airbus vliegtuig eruit moeten zien (niet onbelangrijk dat ze goed werken als je op vakantie gaat). Maar er zijn ook minder voor de hand liggende toepassingen: bijvoorbeeld het mengen van vloeibare polymeren (plastics) zodat ze de juiste kleur en sterkte hebben, maar ook het mengen van bloed met chemische stoffen in laboratoria zodat gezien kan worden wat er allemaal in het bloed zit en of de patient gezond is. Over dit mengen van vloeistoffen en het werk wat ik daar aan gedaan heb wil ik in de volgende blog post spreken.
Maar als voorproefje alvast twee plaatjes waarin je kunt zien hoe het eruit ziet. Het eerste plaatje laat het mengen van twee kleuren verf zien en het tweede plaatje de favoriete mixer van mijn vriendin…  Ik mocht deze echter jammer genoeg niet gebruiken voor mijn experimenten…

Ik vernoemde zojuist echter dat ik aan ook `plasma’s’ werk. Wat wil dat zeggen, `een plasma’? Heeft dat iets te maken met plasma tv’s? Of met bloedplasmas in het ziekenhuis? Het klinkt nogal als science fiction. In de natuurkunde is een plasma eigenlijk gewoon een gas dat heel erg heet is. Vanwege die hitte kan elektrische stroom door de lucht heen lopen. Met de bloedplasmas in een ziekenhuis heeft het dus helemaal niets te maken. Herkenbare voorbeelden van plasmas zijn tl-lampen die een plasma in de glazen buis hebben. Juist omdat het een plasma is kan de stroom van de éne kant van de buis naar de andere kant lopen! Dit gebeurt niet zolang er gewone koele lucht in de tl-buis zit, daarom moet de tl-buis dus altijd even opstarten, om van het gas een plasma te maken! Ook in een plasma tv zitten eigenlijk kleine lampjes  die, net zoals een tl-buis, een plasma kunnen maken en daardoor licht geven. Een voorbeeld uit de natuur is bliksem, de stroom gaat ook hier weer door de lucht.

Maar waarom zijn plasma’s interessant en belangrijk? Alleen maar voor lampen? Ondanks dat ze nog maar een goede 50 jaar onderzocht worden blijkt de laatste jaren dat ze ook voor allerlei andere zaken heel nuttig kunnen zijn. Zo kunnen ze helpen bij het herstel van zieke huid, ze worden bij ASML gebruikt om een heel sterk licht te maken waarmee snellere computerchips gemaakt kunnen worden maar voor mij het belangrijkste is kernfusie.

Om fusie uit te leggen begin ik bij de zon. We weten allemaal dat de zon licht en warmte geeft en dat al heel lang doet. Hoe gebeurt dat? Soms zeggen mensen dat er een kernreactie in de zon gebeurt. Maar het is niet zoals een kerncentrale waar ze zware atomen splitsen en hierdoor energie opwekken. In de zon gebeurt het tegenovergestelde. Er zijn een heleboel lichte atomen en die komen door de grote druk heel dicht bij elkaar totdat ze zo op elkaar geperst zitten dat twee lichte atomen plotseling één, iets zwaarder, atoompje worden. Omdat dus twee atomen fuseren tot één noemen we dit kernfusie en er komt nog véél meer energie bij vrij dan bij een reactie in een kerncentrale.

Sinds de jaren 40 van de vorige eeuw zijn mensen aan het proberen om dit idee ook te gebruiken om op aarde energie te kunnen maken. Er zijn veel voordelen aan het nadoen van de zon. Als brandstof gebruik je (een beetje) zeewater dus je hebt geen olie of steenkool meer nodig. Ook komen er geen afvalstoffen zoals CO2 bij vrij en draag je dus niet meer bij aan het broeikaseffect en klimaatverandering. Het probleem van kerncentrales is dat er radio-actief afval bij ontstaat wat heel lang veilig opgeslagen moet worden. Bij kernfusie is er echter vrijwel geen radio-actief afval. Eigenlijk is het dus de ideale manier om electriciteit te maken: schoon, veilig en zonder grondstofbeperkingen.

Dus waarom hebben we nog geen electriciteits centrales die op deze manier werken? Om fusie van atomen mogelijk te maken moet je op aarde de omstandigheden van de zon namaken. Dat wil zeggen: je moet een heel heet gas (we weten nu dat dit dus eigenlijk een plasma is)  maken wat honderden miljoen graden heet is. Dat is zelfs heter dan de zon die `slechts’ tientallen miljoenen graden heet is. In de foto hieronder zie een centrale waarin zo’n heet plasma gemaakt kan worden. We noemen zo’n centrale een `tokamak’ wat een Russische afkorting is, die eigenlijk niets meer betekent dan `donut vormige kamer’. Aan de linkerkant gebeurt er niets, de rechterkant is een foto waarop je wel een plasma ziet (de lichtgevende delen).

Waarom werken zulke reactoren nog niet? We kunnen eigenlijk al plasma’s maken waarin, net als in de zon, fusie tussen atomen optreedt. Maar er zijn wat problemen met het beheersen van zo’n super superhete plasma. Zo is er een warmtestroom door de wand van de kamer van tientallen MegaWatts per vierkante meter. Dat is héél erg veel, en bij de huidige technologie gaat de wand snel kapot.

Een ander probleem zijn de grote slingeringen van de temperatuur van zo’n plasma. Het blijkt dat een plasma een soort hartslag (dit noemen ze de zaagtand of `sawtooth’ in het Engels) heeft en een aantal keer per seconde krijgt het plasma een grote klap te verwerken die het plasma helemaal verstoort. Ik heb samen met een aantal collega’s aan dit probleem gewerkt en in mijn thesis laat ik in hoofdstuk 5 en 6 zien dat er eigenlijk relatief simpele methoden zijn om deze hartslag van het plasma te regelen. Hiervoor heb ik me laten inspireren door `pacemakers.’ Aangezien deze apparaatjes de hartslag van een mens kunnen veranderen zou het zomaar kunnen zijn dat hetzelfde idee ook voor een plasma kan werken. Het bleek dat als je m.b.v. een erg zware magnetron het plasma regelmatig een flinke klap geeft op een bepaalde plek dat je dan de tijd tussen de `hartslagen’ korter of langer kunt maken. Deze simpele methode bleek verrassend goed te werken in de praktijk (zie hoofdstuk 5 van mijn thesis) en in hoofdstuk 6 hebben we, met een heleboel wiskunde, laten zien wat de reden is dat dit soort methodes zo goed werken en hoe ze eventueel nog verbeterd zouden kunnen worden.

Ik hoop dat jullie door deze tekst wat beter begrijpen wat plasma’s en kernfusie zijn en waar een deel van de thesis over gaat.  In de volgende blog post ga ik meer uitleggen over mijn werk aan vloeistofstromingen en het mengen van vloeistoffen en hoe je dat verbetert. Er zullen een aantal filmpjes bij staan van echte experimenten zodat duidelijk is wat er gebeurt. Gaat dat zien!

N.B. Het hier besproken werk is gedaan in samenwerking met: Marco de Baar, Maurice Heemels, F. Felici, G. Witvoet, T.P. Goodman, G. Vandersteen, O. Sauter, M. Lennholm en de tokamak in Lausanne TCV (CRPP op EPFL). Het werk is niet alleen in mijn thesis gepubliceerd maar ook o.a. in het internationale tijdschrift `Nuclear Fusion’ waarin veel wereldwijde ontdekkingen op het gebied van kernfusie in besproken worden.

Geplaatst in Hall of fame, Innovatie | Tags: , , , , , | Een reactie plaatsen

Zondvloed 1: Reactie op Maarten Keulemans blog van 24 April.

Sinds Keulemans voor zijn boek Exit Mundi, Het einde van de wereld (2008) zich ging verdiepen in apocalyptische mythen begon hem “gaandeweg te dagen dat ons klimaatnarratief in zekere zin gewoon een constructie is, een voortzetting van het Bijbelse eindtijdverhaal met moderne middelen.” Het moderne verhaal resoneert volgens Keulemans “voor een ander, niet te onderschatten deel” met het culturele thema van de zondvloed.

Wat is de motivatie van Keulemans om het culturele canvas te introduceren? Hij geeft twee redenen. Ten eerste stelt hij vast dat in het klimaatdebat de nadruk ligt op korte termijn effecten, en ten tweede stelt hij vast dat de betrokkenen heftig reageren, hetgeen een indicatie is dat we te maken hebben met een diepe culturele betrokkenheid. In dit blog ga ik op deze motivaties in.

In het volgende blog zal ik beargumenteren dat het idee van een cultureel canvas voor de emotionele reacties in dit debat helemaal niet slecht is, maar dat Keulemans veel te vooringenomen en te eenzijdig argumenteert. Suggereren, zoals Keulemans doet dat er een diepe culturele betrokkenheid aan de reacties ten grondslag ligt, EN dat die betrokkenheid ingegeven door dan zou zijn door een bijbels schuldbesef is het antwoord geven voor dat de vraag is gesteld, voordat de methode is uitgewerkt, en voordat de analyse is gedaan.

Laat ik beginnen met de vermeende nadruk op abrupte, heftige veranderingen

De resonantie met het zondvloed verhaal “blijkt” volgens Keulemans uit vermeende inconsistenties in “het” hedendaagse verhaal. “Zo ligt de nadruk veel sterker op de nadelen dan op de voordelen die de opwarming óók met zich meebrengt; benadrukken we de abrupte, heftige verschijnselen op de korte termijn in plaats van de eeuwen en millennia waarover klimaatverandering zich afspeelt; en ligt in de voorstellingen van klimaatverandering onevenredig veel nadruk op zeespiegelstijging.” Keulemans zal me wellicht van haarkloverij betichten, maar om tot deze uitspraak überhaupt te komen moet, impliciet, de volgende analyse uitgevoerd zijn:

  • Een selectie van de beschouwde bronnen moet worden gedaan die definiëren wat “het hedendaagse verhaal” is.
  • Uit deze bronnen moet worden geturfd hoe vaak de nadruk op zeespiegelstijging of korte abrupte effecten wordt gelegd, en dat dan vergelijken met het totaal van de genoemde effecten in de bronnen.
  • Deze verhouding moet vergelijken worden met een norm.

Het betreft een opeenstapeling van keuzes. Wat is “het verhaal?” De consensus in de klimaatwetenschap? De gehele peer-refereed klimaatwetenschap? Of horen klimaatsceptische verhalen en klimaatactivisme ook bij “het” hedendaagse verhaal? Dat maakt nog al wat uit. En wat te denken van de definitie van abrupt? Om het maar op het punt te brengen: abrupt in relatie tot welke tijdsschaal? En wat is de norm?

Het behoeft geen betoog: als je een dergelijke procedure uit zou voeren, dan zou de uitkomst zeer arbitrair zijn. Afhankelijk van de gekozen norm, selectie en definitie van abrupt kun je uit zo’n analyse echt alles laten komen. -Daarom is het eigenlijk ook essentieel om deze grootheden expliciet te benoemen- .

Daarmee is Keulemans eerste motivatie voor het zondvloedverhaal als cultureel canvas komen te vervallen.

Ik hecht er aan om te benadrukken dat Keulemans echter in het geheel geen kaders stelt. Het lijkt er daarom op dat hij ook helemaal geen analyse gedaan heeft. Het lijkt er op dat hij zijn notie dat de abrupte, heftige verschijnselen op de korte termijn benadrukt worden, heeft hij geformuleerd als een feitelijk statement. Als ik ongelijk heb, dan hoor ik dat graag.

Het tweede argument betreft de heftigheid van reacties. Keulemans vervolgt zijn betoog met: “Als het over klimaatverandering gaat, reageren de betrokkenen vaak erg emotioneel. Dat is vaak een aanwijzing dat hier iets gaande is dat raakt aan onze diepe culturele identiteit.”

Ook hier is Keulemans niet specifiek. Welke betrokkenen reageren emotioneel? De technofiele klimaatwetenschappers? De klimaatbeleidsmakers? De klimaatsceptici? De klimaatactivisten? De reaguurders op geenstijl en in de Telegraaf? Allemaal? En hoe reageren ze dan precies? En waarom reageren ze zo emotioneel? De betrokkenen en hun reacties worden niet beschreven door Keulemans.

Hoe dan ook, Keulemans vindt duiding van de emotionele reacties relevant zeer relevant voor klimaatwetenschappers. “Maar vertel dat maar eens aan de klimaatwetenschap. Onderzoekers van het klimaat zijn in de regel bèta’s, mensen die niet vertrouwd zijn met sociale constructies of het inzicht dat wat we waarnemen altijd deels mensenwerk is (zelf ben ik er als cultureel-antropoloog en sociaal-historicus wat meer aan gewend).”

Dit statement is echt volkomen bizar, en was ook de reden van mijn kribbige tweets! Als er een groep wetenschappers is overgeleverd aan grote emoties, scheldkanonnades, rechtszaken, e-mail hacking, en continue verdachtmakingen van wetenschapsfraude, misbruik van belastinggelden, het nastreven van een linkse superstaat en nog erger, dan zijn het wel de klimaatwetenschappers. Boeken zijn volgeschreven over de terreur die klimaatwetenschappers zich moeten laten welgevallen, en de onjuiste informatie die (bewust!!!) wordt rondgepompt. De godganselijke dag zijn deze mensen het slachtoffer van zeer onfrisse sociale constructies die plaatsvinden op zielige websites waar iedereen die in zijn toetsenbord kan graaien zich het recht op een eigen complottheorie opeist!

En Keulemans wil dat klimaatwetenschappers zich bewust worden van sociale constructies.

Om het maar expliciet te maken …Als mijn e-mails zouden worden gehackt, en –bewust- onjuist zouden worden gebruikt om een hele community te discrediteren, dan zou ik boos reageren. Heeft dat iets met het Zondvloedverhaal te maken? Nee! Als mijn werk continu door vage denktanks verdacht zou worden gemaakt, dan zou me dat raken. Heeft dat met de zondvloed te maken? Nee. Als mijn collega’s in senaatscommissies hun academische vrijheid moeten verdedigen, dan zou ik woedend worden. Zondvloed? Nee! Als de Telderstichting (het wetenschappelijke bureau van de VVD) een rapport over het klimaat uitbrengt, waarin alleen sceptici aan het woord komen, en geen klimaatdeskundigen, dan reageer ik emotioneel. Geen van de emotionele reacties zou ik willen herleiden op “gevalletjes zondvloed” maar op frustraties over knalharde politieke power play! En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Dus als Keulemans vindt dat het zondvloedverhaal een canvas is waarop de emoties van klimaatwetenschappers worden geschilderd, dan overtuigt hij me niet.

Hoe dan ook, het punt dat Keulemans eigenlijk wil maken is dat we het klimaatprobleem te sterk definiëren als functie van onze menselijke zondigheid. Dat schiet niet op en staat tussen ons en rationele oplossingen in. Omdat aan te tonen linkt Keulemans naar een –inderdaad boeiende- lezing van Mike Hulme. Volstrekt rationeel dist Hulme feitenmateriaal op, dat hij dan vertaalt in mogelijke haalbare beleidsmaatregelen. Hoe komt Hulme aan deze kennis? Heel simpel: Hulme rijpt terug op het feitenmateriaal uit de klimaatwetenschap.

“Een verfrissend geluid, in het technocratische en technofiele wereldje van het klimaatonderzoek,” vindt Keulemans. ”Een verfrissend geluid dankzij de input van het technocratische en technofiele wereldje van het klimaatonderzoek,” vind ik.

Geplaatst in Politiek correct, Reflectie | Tags: | Een reactie plaatsen

Zondvloed (0)

Op 23 April, tijdens een vergadering van alle directeuren van Europese kernfusieonderzoeksinstituten in Parijs, werd Tony Donne benoemd tot uitvoerend directeur van het Europese kernfusieprogramma. Dat is een geweldige baan –in termen van uitdaging- en een hondenbaan –in termen van belasting en reis,- en werktijd! Om belangverstrengeling te voorkomen wilde Tony zelf niet stemmen tijdens de vergadering, en was ik aanwezig om FOM DIFFER te vertegenwoordigen.

Ik was enorm blij voor, en heel trots op Tony. ’s Avonds, bij het diner, vloeide de wijn. En ook na de meeting, ’s middags op de 24e, dronken Tony en ik tegenover het Gare du Nord nog een biertje op zijn succes. Daarna ging ik met de trein naar Aken, en pakte ik de auto om naar de Bilt te rijden. Mijn vader zou de volgende dag zijn verjaardag vieren, en mijn broer en diens partner waren ingevlogen uit Curaçao. Ondanks dat mijn vrouw was thuisgebleven met rugklachten, was het diner op de 25e heel gezellig.

My spirits were up, en ondanks het tijdstip, besloot ik na afloop nog even op mijn hotelkamer te surfen. Ik volg de blogs van Hassnae Bouazza, Peter Breedveld, Jona Lendering en Bart Verheggen regelmatig, waarna ik een rondje traditionele pers doe: NRC, BNR, Trouw en de Volkskrant.

Op de web editie van de Volkskrant kwam ik dit stuk van Maarten Keulemans tegen … Het stuk zelf stoorde mij en to add insult to injury werd ook nog een artikel aan in de zaterdageditie van de Volkskrant aangekondigd “dat zo belangrijk is” volgens Keulemans dat hij het “persoonlijk bij u in de bus wil brengen.”

Direct stuurde ik Keulemans een paar zure (mea culpa) tweets om mijn onvrede te uiten. Ik liet mij zelfs een “OMG” ontvallen, en sneerde over een culturele antropoloog die “ook een mening heeft over het klimaat.” Keulemans, op zijn beurt, positioneerde mij als een knalharde bèta die niet kan omgaan met sociale constructies. “Eerstejaars college filosofie” voegde Keulemans aan zijn tweets toe om mij mijn plaats te wijzen. Discussies op twitter hebben de neiging hebben om te ontsporen (mea culpa!) en ik wil echt niet in fitties belanden.

De geesteswetenschappen interesseren me juist zeer, en ik vind de culturele aspecten van wetenschap heel spannend. Met groot enthousiasme heb ik colleges filosofie gevolgd (For the record: niet alleen de eerstejaars vakken. Ik heb zelfs een invited lecture gehad op een grote filosofie conferentie) en ik wil simpelweg niet weggezet worden als een typische bèta met dedain voor de geesteswetenschappen. Ik liet het bij de belofte om op de stukken te reageren, waarop Keulemans positief reageerde.

Maar natuurlijk wist ik toen al dat Tony’s vertrek gevolgen zou hebben voor mij. Maarten, neem het me niet kwalijk: Ik heb gewoon niet eerder de tijd gevonden. Sinds 26 april reis ik door Europa met een verfomfaaide Volkskrant in mijn tas, met de ambitie “om nou eens echt vanavond” de reactie te schrijven. Een bizarre treinreis naar Wendelstein 7-X maakte het mogelijk om mijn reacties op papier te zetten.

Deze reacties (3 blogs) laten zich als volgt samenvatten

  1. Keulemans slaagt er niet in om overtuigend de relatie tussen oplopende emoties in het klimaatdebat en het zondvloedverhaal te leggen. Dat komt omdat hij zich niet ingaat op het feitenmateriaal.
  2. Keulemans maakt geen duidelijk onderscheid tussen klimaatwetenschap, klimaatbeleid en klimaat activisme. Dit leidt tot onduidelijkheden (en onjuistheden?) in zijn verhaal
  3. Keulemans kent het zondvloedverhaal niet, en duidt de invloed van het zondvloedverhaal op het klimaatdebat precies verkeerd.
  4. Keulemans beperkt zich tot mensen die zich zorgen maken over het klimaat. Dit lijkt logisch als je het zondvloedverhaal uitroept tot het canvas, maar is dat ook wel zo logisch? En zijn er andere canvassen mogelijk, en zo ja, hoe werken die uit?
Geplaatst in Politiek correct, Reflectie | Tags: | Een reactie plaatsen

Liefde op het tweede gezicht. Een bezoek aan Greifswald en de Stellarator Wendelstein 7X

Vorige week ging ik op werkbezoek in Greifswald, bij het grote Duitse kernfusieexperiment Wendelstein 7X. Een paar observaties…

Met de trein vertrok ik van Aken naar Greifswald. De aansluiting in Keulen was 90 minuten (!) vertraagd, wegens “onvoorziene technische problemen”. Vlak voor de trein Hbf Köln kwam binnenrollen, werd aangekondigd dat de trein slechts reed tot aan Hamburg. Daar moesten we een nieuwe aansluiting zoeken, zo werd gemeld.

Zonder te klagen –ik klaag bijna nooit- stapte ik in. Er was geen wifi. Na 10 minuten werd mijn kaartje gecontroleerd. Wat ik in deze trein deed? wilde de conductrice weten. Het was toch immers duidelijk dat ik veel beter over Berlijn had kunnen rijden? Deutsche Bahn is 90 minuten te laat, maar de klant –op tijd was, met kaartje, en vriendelijk- moet “belehrt” worden. “In Dortmund moet u (Sie!) overstappen” beet ze me toe. “Op de trein naar Berlijn, zoals was aangekondigd.” Zelfs ik –en dat komt echt bijna nooit voor- schoot uit mijn slof.

Ik was nog niet uitgestapt in Dortmund, of er werd aangekondigd dat de trein naar Berlijn vertraagd was. Toen ik uiteindelijk die trein had, verliep de reis vlot. In Berlijn had ik een klein uurtje om even wat te eten. Het laatste stuk van de reis, van Prenzlau tot Greifswald, is ronduit mooi met glooiende velden, vogels en meertjes die door de ondergaande zon met een plezierig warm palet waren geschilderd…

Greifswald is een klein stadje met ongeveer 60 duizend inwoners. De lokale universiteit heeft 10 duizend studenten. Het was een welvarende Hanzestad, waarin succesvolle handelaren monumentale panden bouwden. Na de Wiedervereinigung bevonden deze panden zich allemaal in een deplorabele toestand. Dat lag niet aan de oorlog…

M’n taxichauffeur vertelde me dat het stadje tijdens de oorlog volledig was gespaard, omdat de lokale commandant Rudolf Petershagenen de Rector Carl Engel (beide nazi’s) persoonlijk op de Russische troepen zijn afgereden en een overgave onderhandelden. Het buurdorpje, Anklam , had dit geluk niet en is door de Russen met de grond gelijk gemaakt.

Maar de SED vond de gebouwen bourgeois. Sinds de 2e wereldoorlog tot de Wiedervereiniung is er, uit puur politieke motieven, geen onderhoud gedaan aan de panden in de hoop dat deze volledig zouden verpauperen. De Russen lieten de huizen staan, maar Honnecker heeft geprobeerd om alsnog Greifswald te vernietigen, smaalt mijn chauffeur. En inderdaad.. mooi is de stad niet. Er is veel gerestaureerde plattenbau en een paar grote kerken domineren het beeld. Liefde op het eerste gezicht zal het nooit worden.

De volgende dag heb ik een uitgebreide discussie met Robert Wolf, een van de directeuren van het instituut. Het is een zeer boeiend relaas van een project dat in 1996 is gelanceerd, in 1998 is aangenomen. Het project is daarna in een uiterst moeilijke fase terecht gekomen. Uitstekend management, opgezet in nauwe samenwerking met de Bond, gaf het management uiteindelijk weer grip op haar processen (daarover later meer), en leidde ertoe dat het project gered kon worden.

De assemblage van Wendelstein is nu klaar, het vat wordt vacuum gepompt en er worden lektests uitgevoerd. Het ziet er erg goed uit, en begin volgend jaar zal het eerste plasma van Wendelstein 7X een feit zijn. Heel spannend allemaal. Het plasma in een stellerator is intrinsiek stabiel (i.t.t. plasma’s zoals die in tokamaks worden opgesloten). De prijs die daarvoor betaald wordt is de complexiteit van het design. Hieronder een plaatje van het Wendelstein plasma, en de spoelen (allemaal supergeleidend!) die daarvoor nodig zijn.

Wendelstein 7X plasma met supergeleidende spoelen

Wendelstein 7X plasma met supergeleidende spoelen

’s Middags gaf ik een presentatie over het regeltechnische werk dat FOM en de TU/e uitvoeren. Goede vragen. Na afloop had ik een zeer boeiende discussie met Andreas Dinklage, een specialist op het gebied van plasmameetsystemen. Hij wil het diagnostisch park voor DEMO in een geïntegreerd model beschrijven, om daarna het diagnostisch park te optimaliseren in termen van beschikbare informatie.

’s Avonds nam Robbert me mee naar de zeilclub, waar hij iedere week een kleine snelle catamaran huurt om te zeilen in de in de Dänische Wiek, de monding naar de Ostsee. De zeilclub was zo relaxt als ik me dat van Curaçao kan herinneren. Voor een oude boerderij staan wat stoeltjes met kussens. De boten liggen klaar. De zeilen liggen op planken in de aanpalende schuur. De eigenaar van de club was niet aanwezig, maar dat was geen probleem. Als je van te voren hebt gebeld, mag je jezelf bedienen.

De zeilschool in Greifswald

De zeilschool in Greifswald

Ik wurmde me in een neopreen pak, en zeilde heerlijk anderhalf uur met Robert en zijn dochter. Na afloop, was de eigenaar er nog steeds niet. Er was geen douche, maar een slang met enkel koud water. Heerlijk eenvoudig en daardoor puur. Tijdens de rit terug zie ik de stad met andere ogen. Liefde op het tweede gezicht blijkt mogelijk: Er zijn veel restaurantjes en studentenkroegjes aan de rivier Ryck. Op een mooie zomeravond ziet het er heel charmant uit. De laatste jaren is Greifswald als badplaats en als watersportlocatie in opkomst. Er zijn liggen mooie oude zeilboten en zijn veel watersporttoeristen op de been. Het is gezellig, maar nergens is het luid of schreeuwerig.

Dit zijn niet wij, maar het is wel hetzelfde type boot. Heerlijk was het!

Dit zijn niet wij, maar het is wel hetzelfde type boot. Heerlijk was het!

De volgende dag nam ik de trein terug. Eerst met het boemeltje naar Rostock, en dan overstappen op de trein naar Keulen. In Hamburg werd de trein uit roulatie genomen “wegens onvoorziene technische problemen,” en moest iedereen overstappen op een onaangekondigde vervangingstrein. Natuurlijk klopten alle reserveringen niet meer. Met ruim twee uur vertraging kwam ik aan in Aken.

Reizen met het spoor is het laatste avontuur in Duitsland wordt wel eens gezegd.

Hoewel ik kan beamen dat het spoor zeker niet tot stressvrij reizen leidt, ben ik daar niet van overtuigd. Ik denk dat het oude Oost-Duitsland zich nu pas echt begint te ontwikkelen en dat er nog heel veel avonturen te beleven zijn en dat er nog veel te ontdekken valt, voor toeristen en voor fusiewetenschappers.

Geplaatst in Hall of fame, Nooit meer slapen | Tags: , , , , | 3 reacties

Ring van wetenschapsfraudeurs ontdekt.

Veel beta’s deden de recente gevallen van wetenschapsfraude af als een probleem van de geesteswetenschappen. ‘Onze’ vakken zijn zo ingekaderd door de empirie en natuurwetten, dat fraude bijna niet mogelijk is, zo redeneren veel van mijn collega’s. Een voorbeeld van een groot fraudegeval uit de natuurkunde werd terzijde geschoven als een interessant freak-accident.

Het idee dat fraude makkelijker in de geesteswetenschappen zou plaatsvinden is echter erg naief! Het wordt gevoed door de notie dat fraude alleen kan plaatsvinden aan de start van de keten, het analyseren van de data en het schrijven van het artikel. Maar fraude kan worden gepleegd in het hele proces: data-aquisitie, schrijven, artikel aanbieden, en refereeing.

Peer-reviewing is het systeem dat wetenschappers benaderd worden door journals om het werk van hun peers te beoordelen. Dit werk is vaak een publicatie die ter plaatsing is aangeboden bij het journal, maar het kan ook om voorstellen gaan. Vaak vindt peer-reviewing single blind plaats. Dat wil zeggen: de referee weet wel de namen van de auteurs, maar de auteurs weten niet wie de refrees zijn. Er zijn goede argumenten te geven voor waarom het proces zo is opgezet, maar blind reviewing biedt kansen voor identiteitsfraude. En er zijn wetenschappers die in gat springen, zo blijkt.

Er waren al wat individuele gevallen, zoals de Koreaanse wetenschapper Hyung-In Moon refereede zijn eigen papers met fake-identities. De verzonnen peers waren natuurlijk erg onder indruk van Moons werk. Een andere opmerkelijke affaire was het hacken van het computer systeem van Elsevier om de database met e-mail accounts te vervuilen.

Na deze eerdere berichten over individuele wetenschappers die het systeem van peer-reviewing probeerden te omzeilen, is er nu voor het eerst aangetoond dat dat een journal slachtoffer is geworden van georganiseerde fraude, gepleegd door een ‘ring‘ van wetenschapsfraudeurs. Het Journal of Vibration and Control (JVC) heeft aangekondigd 60 papers terug te trekken.

JVC publiceert artikelen over “Analytical, computational and experimental studies of vibration phenomena and their control. The scope encompasses all linear and nonlinear vibration phenomena and covers topics such as: vibration and control of structures and machinery, signal analysis, aeroelasticity, neural networks, structural control and acoustics, noise and noise control, waves in solids and fluids and shock waves.” De fraude kon dus plaatsvinden ondanks de knalharde scope van het journal.

Ik heb er al vaak op gewezen, maar u moet me toestaan dat ik mijn stokpaardje nog eens berijd. Fraude is van alle tijden, en komt in alle (!) vakgebieden voor. We moeten ons hoeden voor onfundeerde zelfverzekerdheid, die leidt tot passiviteit in de aanpak van fraude. Heel belangrijk hierbij zou een discussie over de praktijk van het blind-refereeing moeten zijn.

Om maar de knuppel in het hoenderhok te gooien: ik zou er geen moeite mee hebben als de auteurs van een artikel zouden horen dat ik hun referee ben, of dat zelfs mijn refereerapport met mijn naam zou worden gepubliceerd als bijlage achter de publicatie.

Geplaatst in Hall of shame, Reflectie | Tags: , | 1 reactie

Interview met Jelmer Renema in NRC

Op zaterdag 3 mei 2014 verscheen een interview met Jelmer Renema naar aanleiding van zijn stuk op activescience. Het interview werd gedaan door Margriet van der Heijden en verscheen in de wetenschapsbijlage van het NRC. Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Handelsblad BV, respectievelijk van de oorspronkelijke auteur.

Op wetenschap is een lachspiegelmodel van de vrije markt losgelaten

Een tijdje geleden stuurde de Leidse natuurkundepromovendus Jelmer Renema met zijn begeleider een artikel naar Physical Review Letters (PRL). Ze hadden een heel stel metingen aan een materiaalmonster uitgevoerd en met grote nauwkeurigheid een effect gevonden. Na alle mitsen en maren te hebben afgewogen, waren ze ervan overtuigd dat het resultaat klopte en gepubliceerd kon worden.

Maar de referee van het degelijke, prestigieuze PRL was streng. Hij wilde pas publiceren als Renema en zijn begeleider de meting nog eens hadden overgedaan met een ander monster.

„Zo merkte ik plotseling hoe wetenschappelijke belangen en carrièrewensen door elkaar kunnen gaan lopen. Wat zou het voor mijn promotie betekenen als ik toch ineens een afwijkend resultaat vond?”

„Gelukkig klopte de tweede meting precies, maar het zette me aan het denken. Vond ik de twee metingen ook nog overeenstemmen bij een afwijking van 3 procent? Of 5 procent? 10 procent? Hoe had ik in zo’n geval gehandeld?”

Kortom, Renema is blij dat de wetenschappers van Science in Transition de discussie zijn aangegaan over die machtige en dolgedraaide carrousel van publiceren, citeren, carrière maken, publiceren, citeren enzovoorts.

Alleen: Science in Transition gaat niet ver genoeg, zo schreef hij vorige week in een blogpost.

De echte vraag is: waaróm draait het systeem dol? Vindt Renema, die behalve fysicus ook actief PvdA-lid is en mede daarom geïnteresseerd in wetenschapsbeleid. „Mijn antwoord daarop is dat op de wetenschap, net als op veel andere publieke diensten, een soort lachspiegelmodel van de vrije markt is losgelaten. Het idee is dat het beste resultaat vanzelf komt bovendrijven als je mensen in harde competitie de strijd om beschikbare middelen laat aangaan.” Met prijzen en privileges – geen onderwijsverplichting meer, bijvoorbeeld – wordt die competitie daarna verder aangewakkerd.

Maar Renema gelooft niet dat je zo het beste in mensen naar boven haalt. Hij ziet de frauderende bankier Bernie Madoff die op geld joeg, en de frauderende Diederik Stapel die aanzien nastreefde, als producten van op vergelijkbare manieren dolgedraaide systemen.

Het zijn systemen waarin het middel, vrije competitie, wel helder is gedefinieerd, maar het doel niet. „Dat is het probleem. Niemand – ook Science in Transition niet – vraagt: wat moet dat dan zijn, dat beste resultaat dat boven komt drijven? Waaraan moet het voldoen? Welke rol speelt wetenschap in de samenleving?”

Zolang Science in Transition die vragen niet stelt, en het de aannames van het systeem niet benoemt, maak het zichzelf kwetsbaar, vindt Renema. „Bestuurders zullen de kritiek aangrijpen om het dolgedraaide systeem in bedwang te houden met nog meer regeltjes en controlemechanismen.”

En de bureaucratie is al enorm. „Universiteitsbestuurders leggen al jaren alsmaar meer regels op. Stel bijvoorbeeld dat mijn begeleider, met een uitstekende naam, iets voor zijn lab wil aanschaffen. Dat kan alleen als hij eerst iemand anders vindt, verderop in de gang bijvoorbeeld, die wil bevestigen en tekenen dat hij zus-of-zo inderdaad nodig heeft en gaat kopen – zelfs al zijn het wat schroeven. Anders is het niet transparant, vinden de bestuurders.”

Die eindeloze controle werkt contraproductief, constateert Renema. „Het leidt tot cynisme. Tot een houding: als wij doen alsof we luisteren, dan kunnen zij doen alsof ze de baas zijn. Terwijl je eigenlijk samen zou willen nadenken over de vraag waarom wetenschap belangrijk is en hoe de wetenschap de maatschappij kan dienen.”

Dit is de zestiende aflevering van een interview-reeks over de toestand van de wetenschap. Reacties of ervaringen kunt u, eventueel vertrouwelijk, sturen naar: onrust@nrc.nl

LEES MEER

Uit nrc.next van 3 mei 2014

Uit NRC Handelsblad van 2 november 2013

Uit NRC Handelsblad van 9 november 2013

Uit NRC Handelsblad van 4 januari 2014

Uit NRC Handelsblad van 6 november 2013

toon meer gerelateerde artikelen

Geplaatst in Politiek correct, Reflectie | Een reactie plaatsen